Canicross: conditie opbouwen belangrijk

20111113HondjeHardlopen met de hond, waarbij baas en aangelijnde hond een team vormen en een parkoers afleggen. Je hond heeft daarbij een tuig aan, jij draagt een comfortabele heupgordel en je bent met elkaar verbonden met behulp van een verende lijn die maximaal twee meter lang is.

Iedereen kan aan een canicross wedstrijd meedoen en leeftijd van baas en hond (mits minimaal 10 maanden), en het ras van de hond, zijn niet van belang. Je ziet steeds vaker enthousiaste honden die hun baas vergezellen tijdens het hardlopen. Je hond los laten lopen terwijl je hardloopt is echter niet aan te raden. Je hebt je hond niet onder controle en voordat je het weet rent hij zomaar de andere kant uit – andere honden, konijnen, trimmers of mountainbikers achterna. Uiteraard kun je je hond aan de lijn houden, maar het is fijner om tijdens het hardlopen je handen vrij te hebben. Dan kun je je beter op je ademhaling concentreren. Daarom is er voor sportievelingen een handige heupgordel op de markt.

Om de juiste bewegingsvrijheid te behouden is de hond het meest gebaat bij een tuig zonder gespen dat volledig aansluit en niet in de oksels snijdt. De verende lijn of elastiek vangt schokken op voor hond en baas. Deze is omhuld met een stevige stof zodat duurzaamheid en gebruikersvriendelijkheid gewaarborgd zijn. De heupgordel geeft steun aan de baas zijn rug en geeft de hond de vrijheid om zonder hinder van links naar rechts te gaan. Het mooie is dat je met je handen vrij kunt lopen, waardoor je hond ook relaxter gaat lopen.

Voor canicross gelden dezelfde richtlijnen als voor gewoon hardlopen. Honden en bazen kunnen het overal en altijd doen. Als je met een groep wilt trainen of aan een wedstrijd wilt meedoen, kun je uitzoeken waar dat mogelijk is. De meeste honden hebben vrij snel door wat de bedoeling is en rennen vanzelf met de groep mee. Af en toe loopt zo’n groep een echt grote afstand, maar meestal is het tussen de 5 en 10 km.

20120610Canicross2

Ook de hond moet zijn conditie opbouwen. Dat jij 5 km kunt hardlopen wil niet zeggen dat jouw hond dat ook kan. Begin in een laag tempo en voer het tempo langzaam op om blessures en uitputting te voorkomen. Zorg dat je hond alleen maar in draf loopt. Laat je hond na het hardlopen goed uitlopen, zodat spieren en ademhaling weer tot rust kunnen komen. Bouw de duur langzaam op en let goed op of je hond het wel leuk vindt. Een goed getrainde hond moet echter makkelijk een paar uur achter elkaar kunnen draven.

Vanaf een maand of acht mag de hond al rustig draven met de baas. Mits de hond niet trekt en in een rechte lijn draaft, is het een niet zo’n belastende beweging. Als de hond uitgegroeid is, afhankelijk van het ras vanaf ongeveer 10 maanden, mag deze al aan wedstrijden meedoen.

Indien er in de omgeving geen drinkwater aanwezig is, is het aan te raden dit voor jezelf en voor je hond  mee te nemen. Ga niet hardlopen met je hond als het warmer dan 20°C is. Honden kunnen veel minder makkelijk hun warmte kwijt raken dan mensen. Ze kunnen oververhit raken en dat kan zelfs fataal zijn. Een hond zweet namelijk niet zoals een mens. Honden verliezen hun warmte via de tong door te hijgen en via de voetzolen. Als de hond op warm asfalt of beton loopt kan het zijn warmte niet kwijt. Naast het gevaar van oververhitting kan dit ook tot blaarvorming op de voetzolen leiden. Wanneer er water in de buurt is kun je je hond laten zwemmen om af te koelen. Bedenk dat je hond minstens een uur voordat hij gaat rennen gegeten moet hebben. Maar dat geldt ook voor jezelf, niet met een volle maag sporten!

Voor de hond is het beter als een groot deel van de route uit zachte ondergrond bestaat. Als je een keer per week een rondje van een paar kilometer met je hond loopt, kan dat natuurlijk best op het fietspad. Wanneer je dagelijks 10 km gaat hardlopen, wordt aangeraden bijvoorbeeld bospaden, strand of duinen te kiezen. Een goed getrainde hond kan best 30 km lopen, maar houdt je hond wel goed in de gaten. Als je merkt dat je hond langzaam gaat lopen en achter je blijft lopen, heb je waarschijnlijk teveel gedaan. Voordat je hond veel kilometers kan maken, moeten de kussentjes onder de poten eerst harder worden. Sommige honden kennen geen grenzen en lopen hun voetzolen tot bloedens toe kapot. Regen zorgt voor verweking van de voetzolen, dus dan ook oppassen met trainen. Kijk ook uit waar je loopt – glas en scherpe steentjes – en kijk na elke hardloopsessie ook tussen de teentjes.

20120324VeenhuizenHondenIris

Moedig je hond aan wanneer deze trekt door bijvoorbeeld “go go” te roepen. Laat je hond ook op tijd weten wanneer je links- of rechtsaf gaat en/of stopt. Deze commando’s leer je tijdens een cursus behendigheid. De meeste honden gaan vanzelf op kop lopen en als je consequent links of rechts roept, krijgt je hond het al snel door. Loop anders eens samen met een ervaren canicrosser. Je kunt ook iemand voorop laten fietsen of lopen om de hond mee te lokken.

Voor een wedstrijd moet je hond eerst door een dierenarts gecontroleerd worden. Heeft je hond wel de juiste inentingen gekregen en is deze in de juiste conditie om mee te doen? Bij de start van een wedstrijd start er om de 30 of 60 seconden een deelnemer plus hond. Elk team legt in zijn eigen tempo de wedstrijdafstand af. Daarbij moet de hond zelfstandig lopen. De hond mag wel de baas trekken, maar mag zelf niet voortgetrokken worden. Een prijs winnen is natuurlijk leuk, maar het gaat vooral om het meedoen.

In Engeland en Spanje doen canicrossers ook aan “gewone” wedstrijden mee. Ze starten dan een paar minuten na de “losse” hardlopers. Dit zou in Nederland ook een goede oplossing zijn, maar met enige uitzonderingen willen de wedstrijdorganisatoren er niet aan. Jammer, maar als canicrossers blijven aandringen komt de dag dat het normaal gevonden wordt.

Fietsen met je hond is ook een goede manier om je hond in een goede conditie te krijgen en is zeer effectief om energieke honden goede en voldoende beweging te geven. Afhankelijk van de conditie en formaat kan een hond tussen de 10 en 15 km per uur lopen. Samen op pad zijn is bovendien goed voor de relatie met je hond. Er zijn wel enkele zaken waar je rekening mee moet houden wanneer je met je hond gaat fietsen.

Als je wilt dat je hond op de fiets naast je draaft, kun je gebruik maken van een springer. Dit hulpmiddel bevestig je aan het frame van je fiets, waardoor je beide handen aan het stuur kunt houden en de hond je niet omver kan trekken. Je hond zal dan eerst aan de fiets moeten wennen. De meeste honden vinden het in het begin eng om dicht naast de fiets te lopen. Het is daarom verstandig eerst een paar keer een stuk te gaan wandelen met de fiets met de hond ernaast. Laat in verband met de verkeersveiligheid de hond altijd rechts van je fiets lopen.

De springer is een gebogen stang met vering waarmee je onmogelijk omver getrokken kunt worden, omdat het zwaartepunt verlaagt vanuit het midden van je fiets, dus onder je zadel. Je dient hem af te stellen op de maat hond en het harnas met een flexibele riem vast te maken, dus niet met een riem aan een ring. Zo moet de hond de fiets onder je vandaar trekken, wat door de vering en het verplaatste zwaartepunt onmogelijk gaat. Als je met je hond gaat fietsen kun je natuurlijk ook de heupgordel gebruiken waarmee je normaal hardloopt. Het ontwerp van de elastische lijn en het tuig waar de hond in vastzit pakt ook perfect uit op de fiets.

Een tuig is sowieso prettiger en vaak veiliger voor je hond dan een halsband met riem. Wanneer je gaat fietsen in het (schemer)donker, zorg dan dat je hond opvalt door deze een reflecterend hesje aan te doen of een lampje aan het tuig te bevestigen. Zo zien andere weggebruikers hoe breed jullie zijn.

In Nederland is het verboden om een hond als trekkracht te gebruiken. De sport ‘bikejoren’, waarbij de hond een mountainbiker vooruit sleurt, is volgens de wet dan ook niet toegestaan. Er kan echter wel een ontheffing voor worden aangevraagd. In België is het verboden om met je hond te fietsen. De Belgische Senaat heeft dit verbod ingesteld om de verkeersveiligheid te kunnen waarborgen. Ook het fietsen met een springer is daar verboden.

Een dynamische sport, waarbij de hond voor je mountainbike rent en je vooruit trekt. Baas en hond vormen een team dat een parkoers tussen de vier en acht kilometer aflegt. De hond draagt een tuig met een elastische lijn die maximaal 2,5 meter lang is. Deze lijn zit vast aan de stuurpen of het frame van de fiets en wordt via een lijnuithouder naar voren geleid, zodat de lijn het voorwiel niet kan raken.

20140818BikeJoring

Voordat je met bikejoren begint is het aan te raden goed op een mountainbike te leren fietsen. Je kunt ook een paar keer gaan canicrossen om te weten of de commando’s er bij je hond  goed inzitten. Op het moment van schrijven (2014) dient men in Nederland voor bikejoring een ontheffing aan te vragen.  In Nederland mogen honden niet worden gebruikt als trekkracht. Dat is vastgelegd in de Wet dieren. Deze wet verbiedt elke activiteit waarbij een hond wordt ingezet om op het land of in het water een kar, slee, boot of een ander voorwerp, dier of mens voort te trekken.

In bepaalde situaties kan er van het verbod worden afgeweken met een ontheffing. Deze wordt aangevraagd bij de rvo. Bij de aanvraag hoort ook een verklaring van een dierenarts. Voor het beoefenen van canicross is geen ontheffing nodig. Ook mogen sommige hondenrassen zonder ontheffing in de sledehondensport worden ingezet als sledehond.

© Theo Grent