Een loop met een lach en een traan

Bron Henk GeilenLe Trèfle à Quatre Feuilles. Omdat ik de afgelopen drie weekends in drie verschillende landen (Limburg, Holland en Duitsland) gelopen had moest ik gewoon dit weekend in België lopen. Daarnaast was er nog een heel goede reden om zondag even Nederland te ontvluchten. Ik had namelijk de taak gekregen om als "Chinese vrijwilliger" op zaterdagavond een uitje te organiseren.

De doelgroep van dit uitje was de leden van een vrouwelijke serviceclub. Deze doelgroep wordt naast het feit dat het heel aardige dames zijn ook gekenmerkt door het feit dat ze heel veel zorg aan hun uiterlijk besteden, zeer voorzichtig zijn en enige smetvrees vertonen. Kortom ik had een opdracht waar ik mijn tanden op kon stukbijten maar waaraan ik ook heel wat plezier zou kunnen beleven. Dit zou dus de ideale groep geweest zijn voor de moddergevechten in Olne. Om allerlei praktische redenen heb ik hiervan afgezien en heb ik voor de dames een cursus "auto te water" georganiseerd. De naam van deze activiteit is geen grapje, maar beschrijft perfect wat er gaat gebeuren. Je gaat dus een aantal keren in een auto te en onder water en wordt geacht er weer uit te komen. Uiteraard heb ik zelf ook meegedaan en moet toegeven dat het heel erg spectaculair en ook heel zinvol is. Ook moet ik toegeven dat ik het zelf ook behoorlijk eng vond, zeker als je geblinddoekt uit een gezonken auto moet zien te komen.

Bovendien viel mij op dat toen de dames zelf uit het water kwamen terwijl hun make-up in het water bleef, zij toch dames en de moeite van het bekijken waard bleven. Daarnaast is het effect dat een worsteling om onder water uit een auto te ontsnappen op een kapsel heeft vergelijkbaar met wat een kapper aanricht, ook al is dit veel goedkoper en extreem veel sneller. Na zo’n geslaagde avond kon ik er dus wel vanuit gaan dat het bedankjes zou regenen. Omdat ik te verlegen ben om hier mijn hele zondag aan te besteden leek het mij dus verstandig om niet bereikbaar te zijn en dan is een trail in de Ardennen een perfecte oplossing. En zou mij daar iemand tegenkomen dan zou de modder er wel voor zorgen dat mijn anonimiteit gewaarborgd was.

Bron Henk Geilen

De reis naar Olne was dankzij het aangename gezelschap zeer voorspoedig. Toen ik echter het verslag van Henk Sipers las bekroop mij het vermoeden dat ik toch meer onder de indruk van het hele gebeuren was dan ik mij zelf gerealiseerd had. Henk was het immers geheel ontgaan dat ik ook in de auto zat, dus moet ik wel erg diep in mijn schulp gekropen zijn. Het weer was zoals het hoort bij een echte Ardennen trail: guur. Ik vond dat ik mij hier perfect op gekleed had maar toen ik van vijf lopers achter elkaar gehoord had dat ik te dun gekleed was besloot ik toch maar mijn dikke regenjas in de auto te gaan aandoen. Zodoende kwam ik er ook achter dat mijn bidon nog in mijn tas zat. In tegenstelling tot een andere loper zat trouwens mijn drinken nog gewoon in de bidon en dreef niet door de tas. Ik snap trouwens best dat iedereen dat dacht want ik stond c.q. liep te rillen als een rietje; ook al kan ik mij niet voorstellen dat iemand die mij ziet aan een rietje moet denken. Het is trouwens een heel apart verschijnsel dat ik de laatste tijd in gewicht aan het toenemen ben maar dat mijn vetpercentage afneemt. Eigenlijk is dit ideaal want als ik op de weegschaal ga staan is de afstand die de wijzer naar boven gaat precies het stukje dat ik mijn riem enger moet maken.

Dit was mijn 4e deelname aan het roemruchte klavertje vier. Dus moge het duidelijk zijn dat dit loopje erg bij mij in de smaak valt. Tevens kan ik dus voor allerlei details voor het loopje als zodanig naar mijn eerdere verslagen verwijzen. Verder vond ik het ook tijd om rendement te halen uit mijn kennis opgedaan tijdens de voorgaande edities. Ik had vooral geleerd dat de eerste ronde erg druk was. De gesteldheid van de ondergrond was al beroerd maar als daar nog eens meer dan 1000 voetjes overheen gegaan waren dan zou de benaming dramatisch terecht zijn. Dus wist ik dat ik, tegen mijn principes in, gewoon redelijk voorin moest starten. Zodoende had ik mij strategisch opgesteld. Mij viel wel op dat de finishklok met de cijfers de verkeerde kant uit stond. Toen er gestart werd had ik meteen door dat dit niet het geval was. De organisatie had zich waarschijnlijk gerealiseerd dat ik er weer was en wilde mij eens laten ervaren hoe het parkoers er uit zag als je het andersom liep. Omdat ik hiervoor iets terug moest doen stond ik dus mooi op de laatste startlijn. Dus in plaats van de eerste kilometer asfalt te bevuilen was de opdracht even een weiland omploegen. Prachtig om te zien; en als je het al niet warm kreeg van de (in)spanning dan zorgde de enorme kluwen lichamen daar wel voor.

Vervolgens ging het een pad op. Kenmerk hiervan waren grote gaten die, om duidelijk te maken dat het echt gaten waren, met water gevuld waren. Terecht willen veel lopers voorkomen dat zij al binnen de eerste kilometers natte voeten kregen. Toch is het niet de bedoeling om voor zo’n gat te blijven staan, want ook al kent dit loopje geen echte harde tijdslimieten, blijven wachten tot zo’n poel opgedroogd is, duurt echt te lang. Dus toen ik in de gaten kreeg waardoor de files ontstonden kon ik een klein beetje naar voren in de groep komen door gewoon dwars door het water te gaan.

Bron Henk Geilen

De volgende uitdaging was uit de categorie dikke shit. Want tussen de overvloedige modder zaten ijsplaten. Ze waren perfect gecamoufleerd maar daardoor zeker niet minder glad maar wel extra verraderlijk. Positief was dat ik nu eindelijk weet waar de uitdrukking op je plaat gaan vandaan komt. Voor mij had het alleen maar tot gevolg dat ook het zitvlak van mijn loopbroek dezelfde bruine kleur als het onderstuk had. Helaas was Bram heel wat onfortuinlijker. Hij kwam zo ongelukkig terecht dat zijn enkel brak. Ik heb er nog steeds geen woorden voor hoe erg ik dit voor Bram vindt. Gelukkig is Bram, een paar dagen nadat het gebeurd is, vrij nuchter in zijn reactie: "Je valt 100 keer en 99 keer gaat het goed". Een prachtig positieve instelling voor iemand die de komende 3 maanden uit de running is.

Ook al wist ik het toen niet van Bram, mijn valpartij had mij toch extra voorzichtig gemaakt. Dit kwam trouwens niet omdat ik bang was dat ik mijn vrouw moest vragen om mijn loopspullen deze week weer te wassen. Ik besloot toen dus om heel rustig en heel voorzichtig de tocht ten einde te glibberen. Deze beslissing was uiteraard heel verstandig maar kostte wel wat moeite want ik moest mijn ambitie op het continueren van een unieke reeks laten varen. Ter verduidelijking: ik ben in iedere editie van deze loop die ik heb gelopen op de 19e plaats bij de veteranen geëindigd. Dit lijkt geen echte uitdaging maar het was wel een vorm van hogere wiskunde om dit voor elkaar te krijgen want daarvoor moest ik 4:00:01, toen 4:10:38 en tenslotte 4:06:24 lopen. En als ik deze reeks wilde continueren op deze ondergrond was de kans op 19 plaatjes in mijn been heel wat groter.

En eerlijk gezegd: door heel rustig rond te lopen had ik veel meer tijd om van het landschap, de capriolen van mijn medelopers en de verrassingen die het parkoers te bieden had te genieten. Zo heb ik bijvoorbeeld eindelijk geleerd hoe je in het Frans moet vloeken als je met je kont in het prikkeldraad blijft hangen. Voor mij liep, midden door een beekje, een loper die voor de start ruim een half uur besteed had aan het proberen droog te maken van zijn sokken die in een sporttas met cola dreven. Schijnbaar bevielen hem die droge sokken dus toch niet.

Ik kon mij nog herinneren dat er in de eerste ronde op een gegeven moment een stuk door een riviertje, heerlijk gevuld met water en rotsen, gelopen moest worden. Naast dit riviertje stonden vrij woeste struiken, zodoende kon je een tijdje even niets van de omgeving zien. Als je dan aan het einde kwam zag je dat er naast het riviertje een perfect beloopbaar pad liep. Dit jaar zag je heel goed het verschil tussen de lopers die hier voor het eerst kwamen (of die een slecht geheugen hadden) en de mannen met klavertje 4 ervaring. Alleen jammer voor deze groep dat er aan het einde van het pad een heel stuk aarde weg gehaald was en heel hoge hekken geplaatst waren. Of om het anders de formuleren: zij hebben én over het pad én door het riviertje mogen lopen.

Bron Henk Geilen

Van ronde twee kon ik mij nog heel goed een heel leuk riviertje met echte watervalletjes herinneren. Of het stroomafwaarts nog leuker dan tegen de stroom op is durf ik niet te zeggen. Maar het was wel de perfecte gelegenheid om een beetje modder terug te geven. Of het kwam doordat ik hierdoor even van mijn apropos was weet ik niet maar hierna heb ik mij in ieder geval verlopen. Echt stom, want de route was prima bepijld, maar pijlen werken alleen als je ze volgt en niet als je zonder na te denken de lopers voor je volgt.

Ik ben ook wel een beetje geëmotioneerd geraakt want ik heb ontdekt dat België aan mij gehecht begint te raken. Op sommige stukken was de klei en modder zo aan mijn schoenen aan het zuigen dat ik de grootste moeite had om van de plaats te komen en dat mooie stukje wereld te verlaten. Ik de laatste ronde kwam ik nog een Nederlandse loper tegen die mij tot mijn verbazing vroeg of ik Henk was. Toen ik dit bevestigde vertelde hij dat hij door mijn verhaaltjes hier terecht was gekomen. Hierdoor kreeg ik een geniaal idee. Als ik iets vertel aan mijn kinderen gebeurd er niets. Ik denk dat ik maar mijn ouderlijk advies op Internet ga zetten wellicht doen mijn kinderen dan wat ik wil.

Helaas kwam ook aan dit loopje weer een einde, eerlijk gezegd was ik best een beetje jaloers op de lopers die toen ik binnen kwam nog aan hun laatste ronde moesten beginnen. Zoals gezegd had ik in mijn regenjasje type zuidwester gelopen. Deze was voor dit weer toch te warm. Toen ik gefinisht was werd het donker en hoorde ik een aantal donderklappen. Vervolgens begon het te stortregenen en te hagelen. Dus als ik nog rustiger gelopen had was ik toch goed gekleed geweest.

Het deed mij trouwens goed dat mijn reisgenoten op de terugweg meer op de topografische kennis van hun TomTom dan op de mijne vertrouwenden. Zodoende kregen we én nog een stukje van het gelopen parkoers te zien én konden we bovendien constateren dat toen we na een half uur weer bij het chalet waren de regen was opgehouden. Uiteindelijk is dit een loop met een lach en een traan geworden. Ik blijf genieten van het heel aparte loopjes, maar ik zal zeker de komende maanden het prettige gezelschap van Bram missen. Als hij er over een paar maanden weer bij is zal de vreugde hierover des te groter zijn.

© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/