Wel een medaille én een PR, maar niet helemaal tevreden

Foto genomen door Leidi BolNadat ik in 2006 de marathon van New York had gelopen heb ik het roer helemaal omgegooid. Ik was de lange langzame trainingen zat en ben volgens de methode Verheul in combinatie met wat invloed van Rinus Groen gaan trainen. Ik richtte me eerst vooral op korte afstanden tot maximaal 5 km.

Mijn doel was 12 km per uur te kunnen lopen op wedstrijden t/m 10km. De methode Verheul sloeg goed aan en ik verbeterde met grote stappen al mijn persoonlijke records. Waar ik voorheen zat te worstelen met de 10km/u grens werd dat als snel de 12km/u grens. En toen ik de 10km onder de 50 minuten kon lopen ‘mocht’ ik weer wat langere wedstrijden lopen van mezelf. De 15 km liep ik ook fors sneller dan ooit en vervolgens maar een halve marathon gedaan. Tja…als het allemaal zo makkelijk gaat!!. Ook daar liep ik bijna 12 minuten van mijn beste tijd af en enthousiast dat ik daarvan werd had ik me zomaar ineens aangemeld voor de marathon van Rotterdam. Het leek me ook wel bijzonder om samen met partner Lex een marathon te lopen. Nou ja samen, meer tegelijkertijd.
 
Natuurlijk wist ik wel dat er dan ook weer lange trainingen op het programma moesten komen en daar begon ik in het najaar mee, samen met Ester Warlicht die altijd bereid is een eindje met je mee te lopen. Tot zo’n 20 km ging alles voorspoedig maar mijn skivakantie met daarachteraan de Minimarathon in Apeldoorn zorgde voor een blessure in mijn kuit. In de maand februari heb ik daardoor drie weken helemaal niet gelopen en toen ik weer groen licht kreeg had ik nog vijf weken tot Rotterdam. Moet kunnen, want optimisme is mij niet vreemd. Vier weken volle bak getraind (tot 88 km in de week) en toen een weekje kalm aan en vandaag was dan D-day.
 
Ik had Ernstige Twijfel over wat ik zou kunnen en hoe hard je dan moet vertrekken ,maar omdat dat optimisme nog steeds van toepassing is besloot ik me aan te melden bij de pacers van 4:15. In het startvak nog even overlegd met de ‘hazen’ en ook zij dachten dat het gezien mijn voorbereiding en mijn PR op de halve van 1:52 best realistisch was om op 4:15 weg te gaan. Daar heb ik ook precies 18 km bij kunnen blijven maar daarna ging het fout. Ik was al vanaf de start een beetje misselijk, maar ik dacht van de stress of zo maar dat ging maar niet over. Het werd zelfs erger. Daarna kreeg ik ook nog kramp in beide hamstrings en dat zorgde voor een dilemma. Meer drinken voor de hamstrings of minder om mijn maag te ontzien. En dat gebeurde allemaal al ver voordat ik op de helft was.

Foto genomen door Leidi Bol

Net voor de Erasmusbrug trof ik Emanuel Brokke, een voor mij bekende loper uit Apeldoorn, die al dezelfde verschijnselen had als ik. Hij moest zelfs wandelen en dat had ik nog kunnen voorkomen. We hebben even samen opgelopen maar hij had het moeilijk en zou wellicht uitstappen na de Erasmusbrug op 25 km. Ik ben maar weer doorgesjokt, want hardlopen is niet echt het goede woord in deze.
 
Op de Erasmusbrug sloeg ook bij mij de twijfel toe of ik wel moest doorlopen nu het zo moeizaam ging. De finish is daar binnen handbereik. Maar enkele gedachten weerhielden mij daar toch van. Ten eerste stonden loopmaatjes Freek en Leidie net voor het Kralingse Bos op mij te wachten en ik vond dat ik op z’n minst tot daar moest lopen om te vertellen dat het niet ging. Daarnaast was ik bang voor de kater van uitstappen. Het zou hoe dan ook een PR worden want in New York had ik 5:08 en ik dacht nog steeds dat rond de 4:30 uur finishen mogelijk was. En Lex had van de week nog gezegd dat als iemand een doorzetter was dat ik dat was en daar paste mijn zelfmedelijden en neiging om te stoppen natuurlijk niet bij. Door dan maar. Bij het uitkomen van de tunnel zag ik aan de overkant nog net Lex lopen die de laatste kilometer inging en afstevende op een tijd onder de drie uur. Ik riep nog’hup Lex’ en was een beetje jaloers dat hij er al bijna was en ik nog lang niet.
 
Bij Freek en Leidie aangekomen, ik moest bijna huilen toen ik ze zag,) heb ik op mijn gemak mijn thermosshirtje uitgedaan en mijn band met energievoorraad afgegeven, ik wilde geen gel meer en die band drukte op mijn buik, weg ermee. Verder gelopen en zowaar in het Kralingse Bos waar iedereen over klaagt ging het met mij weer redelijk. Ik kwam in een groepje Belgen terecht die gezellig wat keuvelden en afgeleid kon ik een tijdje met hun meelopen. Later ging het weer moeilijker en heb ik steeds bij de drankposten een stukje gewandeld om de drank wat makkelijker te drinken. Mijn eindtijd kon me op dat moment al niets meer schelen. Weer bij Freek en Leidie aangekomen op 38,5 km. Wat lief dat ze er nog steeds waren. Een paar dextrootjes gepakt en weer een stukje gewandeld. Vervolgens vanaf de 40 km drankpost liep ik in een roes naar de finish. Het schoot echt niet meer op, maar het besef dat ik toch maar mooi een marathon kon uitlopen maakte mij blij. Op de finish heb ik vrolijk mijn handen in de lucht gestoken om toch nog enigszins leuk op de foto’s en filmpjes te komen. Die van New York waren namelijk zo stom, omdat ik er geen enkel heb bijbesteld!

Mijn eindtijd was uiteindelijk 4:48. Ver van mijn beoogde 4:15 maar toch 20 minuten van mijn PR af en iemand zei: als je dat elk jaar doet moet je eens opletten over een paar jaar! We liepen mee voor Douane Nederland en werden met busjes naar de start en vanaf de finish vervoerd. De man van het busje moest mij er bijna uit dragen. Ik heb echt hele stijve benen. Ik ben nog gemasseerd door de sportmasseur, maar mijn benen voelen nog steeds erg pijnlijk aan. Morgen maar even naar Grada voor een extra massage. 

Nu had ik me een tijdje terug ook al ingeschreven voor de Slachtemarathon die maar een keer in de vier jaar wordt gehouden. Ik ben er nog niet helemaal uit of ik ‘m ook echt ga lopen maar aan de andere kant is het best mogelijk daar alweer mijn PR te verbeteren. Ik denk er nog even over.

© Astrid Beerten – Apeldoorn