Leidse Glibbers

Het is een scheldwoord van vroeger. De Leidenaren werden nog al eens voor ‘Leidse glibbers’ uitgescholden. Ook zij is een geboren Leidse. Maar na tien dagen Elisabeth ziekenhuis is ze verder opgegroeid in Oegstgeest. Waar ze ook woont: haar geboortegrond blijft haar trekken. Haar opa, van moeders kant, was bollenboer in Voorhout. Haar opa, van vaders kant, was smid in Oegstgeest.

Veel herinneringen en belevenissen liggen in en om Oegstgeest. Geen wonder dat ze af en toe naar ‘huis’ wil. Deze zondag loopt ze mee in de trimloop van de LRRC. Haar vroegere ’kluppie’ Vele bekenden lopen nog. Het is dus een prettig weerzien. Sommigen van hen liepen gisteren ook de duinloop. Haar beste vrienden zijn vandaag als vanzelf van de partij. Na het lopen zullen ze nog een tijdje blijven kletsen. Zij kiest voor de bijna vijf komma negen kilometer. Ze kan met of zonder herinnering lopen. Maar altijd krijgt iedereen een bonnetje voor de loterij na afloop. Haar vrienden lopen beiden de tien kilometer. Er kan ook tien Engelse mijlen gelopen worden en een halve marathon. Daar zijn genoeg liefhebbers voor.

Ook vandaag schijnt de zon. De wind lijkt wat frisser dan gisteren. De startplaats is smal op het fietspad. Toch staat ze zo ver mogelijk vooraan. Het is dan wel een trimloop, maar toch… Tijden zijn én blijven belangrijk voor de meeste lopers. Ook voor haar. Tot aan de brug is het één recht stuk. De zestien en de bijna zes kilometer slaan linksaf, om langs de Vliet verder te lopen. De overige afstanden gaan rechtdoor. De wind is guur en tegen langs de Vliet. Ze kijkt naar de overkant van het water. Daar loopt een weg en aan die weg woonde ze nog geen tien jaar geleden. Het was er prettig wonen aan de Vlietweg. Helaas is de omgeving erg druk. Daarom kozen haar man en zij voor de rust en de stilte van het platteland. In dat huis is Hondje, als pup van acht maanden, gekomen. Na jaren katten over de vloer te hebben gehad kwam Hondje hun leven verrijken. Het was geen verkeerde keus. Hondje is niet meer uit haar leven weg te denken. Hondje is haar liever dan wie ook. Voor hondje gaat ze door het vuur. Hondje mag geen haar gekrenkt worden. Wie er aan hondje komt kom aan haar. En zo komen de herinneringen boven als ze langs de Vliet loopt. Twee keer mag ze dit rondje lopen. Ze loopt redelijk constant merkt ze later. De tweede ronde ging zelfs iets sneller dan de eerste ronde. Dat vindt ze fijn.

De speaker is ook van ‘vroeger’. Na het douchen, gaat ze een tijdje kijken naar de atleten die finishen. Met de speaker lacht ze heel wat af. Hondje vindt het best. Zij loopt een beetje te snuffelen. De koffie is bruin en met haar vrienden gaat ze in de gezellige zonnige kantine zitten. Het ziet er goed verzorgd uit bij de LRRC. Fris witte muren en de kozijnen en deuren blauw-geel. De kleuren van de club! Ook de doucheruimte en het toiletgebeuren zijn schoon en fris. Menige club kan hier een voorbeeld aan nemen. Zij is niet anders gewend. In de tijd dat ze hier lid was, was alles ook ‘spic en span’. Fijn dat het zo is gebleven. Het is tenslotte het visitekaartje van de club.

Veel sneller dan ze dachten tikt de klok de uren voort. Haar vrienden zijn al te laat voor een verjaardagsvisite. Zij wil nog bij andere vrienden langsgaan die een paar kilometer verderop wonen. Na een hartelijk afscheid gaat een ieder zijns weegs. Later is de middag komt ze bij haar hotel aan. Nog en fikse strandwandeling en dan gezellig uit eten. Nog één nachtje wordt ze in slaap gewiegd door het ruisen van de branding. Morgen, met een ommetje, naar huis.

© Iris Bouman-Hoogerdijk