10de Zeeuwse Kustmarathon

De 10de Zeeuwse Kustmarathon dient zich aan. Een bijzonder moment in het bijzondere jaar 2012. Er is 2 keer verzaakt door mij in deze 10 jaren. In 2008 was een struikeling over mijn hond vlak achter Woeste Hoeve er de oorzaak van dat ik niet mocht. Als de dokter zegt dat het verstandig is om niet te gaan hardlopen, dan moet het maar.

En in 2011 was het de hitte tijdens de marathon en gebrek aan goede training er de oorzaak van dat er uitgestapt moest worden. Dat viel zwaar, maar ook dat moest maar. En nu 2012. Veel vlaggen wimpels in Zeeland, en de zon scheen (af en toe) aan de zeekant. Er was wind en regen voorspeld, maar in het weekend zou alles opklaren. Er waren een paar kamers vrij in het hotel dat precies 50 meter van de finish ligt. Dus geen rit naar het verre Apeldoorn na het passeren van de finish, maar slechts een kort loopje naar de hotelbar. Daar was het om te doen, en dan de avonden en nachten in Zoutelande…!….

De auto werd vrijdags om 14:15 geparkeerd in Zoutelande, en het dorp en het strand werd verkend. De zee bruiste en de wind waaide door de haren. Een kopje koffie en thee met een Zeeuwse Bolus was het eerste wat genuttigd werd op het strand. Het recept van de Bolus kan op internet gevonden worden. Zij ziet er globaal uit als een mooi gedraaide bruine drol. Zij mag alleen vers gegeten worden, aangezien zij anders hard danwel taai wordt.

Op vrijdagavond werd de Ladiesrun afgewerkt. De hele boulevard van Zoutelande was gevuld met dames en vrouwen en meisjes. Nog nooit vertoond, althans niet voor mijn ogen. De 5 en 10 km over de dijk, strand, en de Langstraat werd soepel afgelegd. De terassen en café’s waren goed gevuld en het was gezellig bij het binnenkomen van het vrouwvolk.

Bij het avondeten werd iemand gesignaleerd die veel op Evelien leek, gevolgd door een manspersoon die veel op Elbert leek, en het kringetje was rond. Wat doen die hier op 243 km van huis? Ook een leuk weekend in een leuk hotelletje in Zoutelande en daarbij loopvrienden van AV Veluwe aanmoedigen.

De zaterdagochtend was precies wat voorspeld was: stromende regen en een fris briesje uit westelijke richting. Niet zo hard als op vrijdag en een tikkeltje gedraaid in noordelijke richting. Dat beloofd dus wat. De bus stond klaar en er moest afscheid genomen worden van de echtgenoot. Mijn Willeke nam deemoedig afscheid, en in de bus ging even door me heen de momenten dat ze me beklaagde dat het altijd zo lang duurt voordat ze me terugzag bij de finish. Dit gegeven en het harde feit dat ik geen Keniaan ben maar Apeldoorner deed mij wakker worden en een gesprek aanknopen met medebuspassagiers die hetzelfde lot te wachten stond. De regen gutste tegen de ruiten en de bus snelde in de richting van Burgh-Haamstede.

Bij het passeren van de Stormvloedkering vielen de ogen weer op de kolonne mountainbikers die de route in omgekeerde richting moesten afleggen Velen kwamen ruim voor de start van de marathon binnen en enkelen van hen deden hieraan mee. Top! En dubbele pret dus. Er was een wonder: slechts 20 minuten voor de start hield de regen op en de zon begon te schijnen tussen de Hollandse wolken.

12 slagen sloeg de klok van de kerk van Burgh, de muziek van John Farnham (you’re the voice) werd ingezet, en het peleton zet zich in beweging in de richting van Westenschouwen. Een lange weg door een brede duinenrij en onderweg kreeg ik gezelschap van de loopvrienden Berry en Lex van AV Veluwe. Het was gezellig en het bleek dat ik ook nog afstand kon nemen van hun. Na een steile duin overkwam de vrijheid van een breed en uitgestrekt strand. In de verte de Stormvloedkering, Neeltje Jans, Noord-Beveland en als je goed keek leek Walcheren op te doemen in het einder. Daar moesten we (uiteindelijk) heen. Is het dat wat een marathonloper moet leren mee om te gaan, dat hij of zij af en toe zicht heeft op het bijna oneindige, en daarbij de rust moet opbrengen om rustig af te wachten tot hij of zij daar is?

De Stormvloedkering heeft 2 eilanden en 3 dammen met schuiven. Een waar staaltje van waterbouwkunde dat in het verleden vaak bediscussieerd is geweest of het wel nodig was, al die extra miljarden. Lopend over de dam zie ik rechts telkens schuiven passeren en het is nu afgaand tij. Links zie ik in de verte de Zeelandbrug, ook een waar staaltje van bruggenbouwkunde. In 1965 was het nog de langste brug van Europa, en de eerste brug die in echt zout water gebouwd werd, een brug door de zee dus. Nu bouwen we bruggen en dammen in Denemarken en in Dubai en rond New Orleans, en hier is het dus begonnen. Helemaal links zien we de Plompe Toren, de kerk van Koudekerke die in de 16de eeuw verzwolgen is. Een symbool van strijd tegen het water die verloren is.

Dit overdenkende zitten we ineens in Noord-Beveland, en we passeren het bordje “welkom in www.noordbeveland.nl”. Omdat ik mijn tablet in het hotel achtergelaten heb worden we over de dijk gestuurd met afwisselend los zand, houtsnippers en vierkante tegels. Het einder wordt gevuld met wijde stranden en Hollandse Luchten, en we lopen in tegenlicht. De wind voelt licht tegen en het duurt 5 km voordat we het strand bij Vrouwenpolder op mogen. Nieuw dit jaar: mijn zus en mijn zwager zitten met hun caravan in Vrouwenpolder, en hebben nu de kans om mij hardlopend te aanschouwen en te supporteren. Het was een drukte van belang daar en de aanmoedigingen voelden als een enorme push in de rug. Als een hinde werd de afgang naar het strand ingeslagen. Op dat moment wist ik niet dat er nog een man en vrouw op mij zaten te wachten, echter hun geschreeuw werd door ondergetekende niet meer gehoord. Dus……. Volgende keer mijn supporters maar beter spreiden.

Het was eb op het strand, en zo werd een ideale lijn gevolgd naar de vloedlijn, of iets wat daar op leek. Vele stukken duin waren afgekalfd en het strand vertoonde licht-glooiende zandheuvels met wisselende zachtheid. Eenieder volgde een hard spoor langs binnenmeertjes en rechts in de verte was het geruis van de zee hoorbaar. Het strandtraject is ongeveer 8 km lang en gaat met de bocht mee van de NW-kust van Walcheren. Lex en Gerry passeren me uiteindelijk, en verdwijnen in de verte. Het heeft zo helemaal geen zin om ver vooruit te kijken om te zien of we er al af mogen, ook al mede door de glooiingen. Genieten dus van de strandwandelaars en de strandvogels, en links kijk je tegen klifkusten aan alsof je bij Dover bent of op Møn. Werk aan de winkel dus voor Rijkswaterstaat! Soms week ik af van de lijn van de meute, omdat ik sterk voelde dat het zand zo’n 50 meter links beter was te belopen. Heel leuk, en af en toe ging een loper met me mee, maar meestal was ik lekker alleen eigenwijs. Hier kwam gelukkig ook een einde aan.

Een massa toeschouwers vulden de duinovergang van Oost-Kapelle. Vorig jaar waren op dit punt veel lopers oververhit, en nog erger, en ik besef nu dat de overgang midden in een bos eindigt, en ook moeilijk bereikbaar voor ambulances. Veel problemen hier vorig jaar dus.

Een uitgelaten stemming onder de lopers en de toeschouwers. Een volgende etappe kondigt zich aan: een zware etappe door de bossen en duinen naar Domburg. Veel duintoppen en sintelpaden met af en toe keien op de route. Ook af en toe vergezichten tot de vuurtoren van West-Kapelle aan toe, en ook hier de vraag: “moeten we helemaal daar naar toe?” Op de hoge punten is ook de zee weer te zien, en de watertoren van Domburg komt langzaam dichterbij. Strandvliegers, paragliders, en dagjesmensen vulden de berm en de lucht, en veel bewondering en support vanaf de kanten. Vlaggen en veel geschreeuw deden het animo onder de lopers stijgen want het 30-km punt is bijna bereikt.

 

Domburg is een tamelijk mondain plaatsje waar 100 jaar geleden veel kunstenaars vestigden. In de Donald Duck las ik dat dat kwam van de Zeeuwse Luchten die zo mooi gekleurd waren dat schilderijen altijd lukten (qua kleurstelling). Er is nog een 2de reden bijgekomen na wat onderzoek ter plaatse (niet onder de marathon): de kunstenaars waren onder de indruk van de kunstig gebogen eikenbomen die in de duinpannen groeiden, en onder invloed van de zilte zeewind net in leven konden blijven. Een soort Bonsai-boompjes dus. Een mondain plaatsje met strandhotels zo klassiek dat ze zo uit een schiderij gevallen konden zijn. Voor de hotels door liep ik over de boulevard op weg naar de Hoge Hill, een lokale duintop met trappen en bankjes en uitzicht op Domburg en de Westkapelse Zeedijk. Een prachtig uitzicht naar een punt aan de horizon waar we nu echt heen gaan. Een zeedijk die in de afgelopen jaren opgewaardeerd is tot een natuurduin met zeer steile afgronden en met een glooiend wandelpad. Aan de rechterkant het dijklichaam van asfalt en stenen met de beukende zee. Daar mogen we niet lopen.

Het 35-km punt ligt vlak voor een klein vuurtorentje aan de zeedijk en bij het 37-km punt worden we feestelijk onthaald met een speaker en met cola en bananen. Dit betekent dat we het einde van de dijk naderen. Dit betekent natuurlijk nog niet een algeheel einde, want er wacht nog een immense rij van steile duintoppen tot aan Zoutelande. We moeten meermalen duintrappen op en af en op, en passeren het hoogste punt van het parcours, gesponsord door camping Janse, die er pal achter ligt. Mooie uitzichten over de Westerschelde, en terwijl de zinderende zon zijn stralen laag over het wijde water met gutsende golven uitspreidt nadert een tanker van Exxon. De vaargeul ligt pal voor de kust en soms lijkt het alsof we die bijna aan kunnen raken.

Het 40-km punt passeren we nog net in de duinen, en alras worden we naar rechts het strand opgewezen. Een nieuwe fase kondigt zich weer aan. Het is nog steeds laagwater, en de route voert tussen strandwandelaars, voetballende jongetjes en meisjes en rijen strandpaaltjes door. De afstand is net 1 buikdikte en is voor sommigen moeilijk te nemen. Vermoeidheid begint eraf te vallen omdat Zoutelande in zicht is. Nog één keer los zand en dan een trap met 25 treden. Alles gaat nu erg snel. De trap wordt hardlopend genomen en Willeke staat boven klaar om de jack aan te nemen en een aanmoediging mee te geven. Nog een paar honderd meter. Even slaat de pech toe: kramp in het linkerbeen. Zit die ineens tussen mijn oren? Even rekken, en dan wordt de allerlaatste etappe gelopen: een afgang naar de Langstraat met zijn café’s en drommen mensen achter hekken pakken zich samen om mij naar de finish toe te schreeuwen. Een eindsprint wordt ingezet en de finishlijn wordt met grote voldoening gepasseerd. De vrouw van de organisator staat klaar om mij te verwelkomen en te feliciteren met mijn prestatie…….. Er volgt een blikje Aquarius en wat daarna dan? De route van de uitgelopen lopers loopt langs een bar waar bier getapt wordt. Weemoedig kijk ik naar de barjuffrouw aangezien ik doorgaans geen portemonnee met de marathon meeneem, en nu ook niet. Een medewerker schonk me spontaan een consumptiebon en alles was ineens goed. Eindelijk wat vocht dat ertoe doet! Proost.

De weg naar het hotel was snel gevonden, en daar smaakte het bier ook goed.

Alweer veel goeds aan de mooie Zeeuwse Kust en bij zijn lieve bewoners en de supporters aan de kant…….. Er was wat wind, maar geen wind waar je tegenaan kon leunen, en ook geen hoogwater. Een paar plassen onderweg, en geen zand in de oren. Heel af en toe was een diep verlangen naar zuidwesterstorm en een strand met los zand, maar het was eigenlijk ook goed zo. Er werd nog lang nagepraat over het weer dat uiteindelijk toch stralend was, de prachtige luchten met uitzichten en het enthousiasme van de Zeeuwen op het parcours en langs de kant. Het Zeeuwse land werd pas de dag erna ingeruild door het Brabantse land maar de gedachten zullen een jaar lang van tijd tot tijd liggen in Zeeland, het land waar ik mijn hart aan verpand heb. Kortom een mooi weekend en een hele dag GENOTEN, en volgend jaar wordt er zeker en vast een bus met Apeldoorners gearrangeerd om de mooiste en zwaerste marathon van Nederland op te luisteren.

© Kees Heil – Apeldoorn