Weer of geen loopweer

Er zijn lopers…misschien de meeste wel. Deze lopers zijn erg gefocust op het weer. Op maandag begint het al. Als het weerbericht op de buis komt zitten ze er klaar voor. Dat ene weerbericht geloven ze maar half. Het andere wordt niet serieus genomen. Dus worden er andere netten bekeken. Zelfs op buitenlandse netten!Ze bellen elkaar op en vertellen wat zij over het weer vinden, gehoord en gezien hebben. Ze overleggen. Ze vrezen, ze hopen. Wordt het slecht? Te warm? Te koud om te lopen? Houden ze het droog? Blijft de zon achter de wolken? En dan de temperatuur… Bij hoeveel graden de korte broek. Of de lange pant? Een shirt met korte of lange mouwen? Helemaal geen mouwen? Een dun jasje mee voor de zekerheid. En vergeet de bidon met water niet! Je weet maar nooit!

Ze vragen elkaar waar ze gaan lopen. Wikken en wegen. De ene loop is te ver. De andere niet leuk. Een derde heeft een te zwaar parcours. Wel eens leuk maar de looptijden hollen dan achteruit. Weer een ander: daar zijn ze al zo vaak geweest. En de knie wil niet. En er is een halve zool van de schoen. Ook is er een loop waar ze voor geen goud naar toe willen gaan. Als die er is rijden ze het liefst naar het buitenland. Kan niet schelen hoe ver ze er voor moeten rijden. Als ze daar maar niet hoeven lopen. Dan weer te veel rechte stukken. Of het is een te hoog inschrijfgeld. Of te veel deelnemers. Het moet een mooie omgeving zijn. Aardige lopers moeten er komen. Als die komt dan gaat de ene niet. Alle kans dat daar diegene komt die ze niet willen zien dat die er komt. Als er een andere komt dan gaat de tweede niet. Het blijft gissen.

Maar dat weer… Dat blijft een heikel punt. Het moet perfect loopweer zijn. Nu kan de ene wel beter tegen de warmte. De ander schuwt geen kou. Maar droog moet het zijn. Dat is een voorwaarde. Daar zijn ze het over eens. En als het toch regent? Gaan ze dan wel? Dan gaan ze. De ene misschien hierheen. De ander daar heen. Maar gaan doen ze. Het weer kan omslaan. ’s Morgens kan het beter zijn dan ’s middags. Dat kan. Ze hopen dat het droog is als het startschot gaat. Dat is het mooiste. Ze blijven de weerberichten op de voet volgen. Bellen elkaar op woensdag nog een keer op. Al verandering in het weer? Ten goede of ten kwade? De loopjes worden nog een keer onder de loep genomen. Er wordt veranderd van gedachten. Ze zijn het niet met elkaar eens. Elk op zich is er van overtuigd de beste keus te maken. Donderdag is het nog dubben. Op vrijdag wordt de definitieve beslissing genomen. En op zaterdag is er gekozen. De goede keus? Voor de een wel en de ander niet.

Na het lopen bellen ze elkaar weer. Hoe was het bij jou? De loopervaringen worden uitgewisseld. Ze hebben het Internet afgespeurd waar hun loopvrienden hebben gelopen. Liepen ze sneller? Of langzamer dan zij? Maar zij hadden een moeilijk parcours. En de steunzool kreunde zo. En de veter raakte los. En tot overmaat van de ramp schoot het elastiek uit die oude vertrouwde looppant.

En zo is het altijd wat. Ze hebben lekker gelopen. Rustig aan. Zo als altijd. Relax man!!!

© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda