Jengum met warme zoet thee

20120210Jengum2Februari 2012. Niets is zo veranderlijk als het weer. Was het in begin van de week nog spiegelglad, nu miezert het. De temperatuur is omhoog gegaan. Er staat wel veel wind. Dat alles kan de pret niet drukken. Wij gaan lopen! Niet alleen het weer verandert snel. Ook wij kunnen er wat van. Hadden we eerst het plan om naar A te gaan, kiezen we op het laatste moment voor J. Maakt niet uit. Als we het samen maar eens zijn. En dat zijn we. Dus gaan we naar Jengum. Daar hebben we goede ervaringen. Het is een loop van de Ems-Dollard-Winterlauf-serie.In totaal zijn er vijf Laufen in steeds een andere plaats. Dit is de derde van die serie. Tot nu toe hebben we ze allemaal gelopen. De volgende is in Logabirum en de laatste in Bunde. Of we de andere twee ook lopen weten we nog niet. Ik schreef het al: wij zijn bijna net zo veranderlijk als het weer.

Een uur voor starttijd zijn we in Jengum. De inschrijfdames zitten net op hun post. Wij krijgen een stempel op ons kaartje. We drinken een kop koffie in de gezellige zaal. De taarten worden binnen gebracht. Daar wagen wij ons nog even niet aan. Eerst lopen. Egbert gaat twintig kilometer lopen. Ik zal de helft doen. Ondertussen is het droog geworden. De wind is stevig. Hondje ziet nog een haas en gaat er ‘als een haas’ achteraan. De haas is gelukkig sneller. Een vrouw vraagt of mijn man er ook is. Ik beaam dat. Dan heeft ze het over ‘die fotograaf’. Nein, dat is meine man nicht. De fotograaf komt vandaag niet. Hij vertoeft onder de ‘noorderzon’ verzin ik. De vrouw vindt het jammer.

20120210Jengum

Er staat een aardig groepje bij de start. Vijf, tien en twintig kilometer kan er gelopen worden. We starten allemaal tegelijk. Ook de nordicwalkers. We lopen een smal paadje over. Dan een bruggetje met het eerste veerooster. Linksaf en het pad, onder aan de dijk, gewoon volgen. Het kan niet missen. Elke kilometer is aangegeven. Er lopen twee dames voor mij. Als ze terug lopen weet ik dat ze ook de tien kilometer lopen. Een man in een geelgroen loopjack haalt mij in. Ik besluit bij hem te blijven. Hij heeft een prettig tempo. Op de heenweg heb ik geprobeerd de veeroosters te tellen. Het zijn er zoveel dat ik de tel kwijtraakte. Op de terugweg doe ik weer een poging. Nu houd ik mijn hoofd erbij. Hadden we op de heenweg meestal meewind. Op de terugweg is de wind veelal tegen. Ik had het liever andersom gehad. Na het twaalfde veerooster is de ‘Ziel’. Al met al dus vieréntwintig keer over een veerooster gelopen. Voor mij een kleine ramp. Ik ben niet gek op veeroosters. Ze zijn vaak glad en ik loop er met platte voeten overheen. Bang om met mijn schoenneus tussen de spijlen te raken en zo voorover te smakken. Gelukkig is dat vandaag niet gebeurd. Trouwens, het is me nog nooit overkomen. Het idee alleen al maakt me angstig. De organisatie heeft warme zoete thee klaar staan. Voor het douchen drink ik dat op mijn gemak op. Na het douchen lopen Hondje en ik nog in het rond. Even later komt EB aangelopen. Hij is heel tevreden met zijn gelopen kilometers.

© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda