Veluwezoomtrail: derde op eerste Ultra

Foto genomen door Fred VerheulVia een sluiproute loodst Bertus van Elburg ons naar camping de Jutberg in Laag Soeren. Brutus een vrolijke hardlopende veelvraat, die hardloopregels aan zijn blote voeten lapt. Niet zijn hardloopprestaties vielen mij op, maar de manier hoe hij dat naar buiten brengt. Dezelfde passie brengt ons samen. Vorig jaar was ik meteen enthousiast over het voornemen van Jan Strijker.


En had ik deze uitdaging op mijn wedstrijdplanning gezet. In gedachten liep ik deze tweede editie al samen met Irene Kalter. Zij kwam niet op de startlijst maar haar tijd van 4.15 uur bleef voor mij een richtpunt. Na de succesvolle trail in Gulpen kreeg ik meer bravoure. ’s Nachts reageerde mijn lichaam hierop door onverklaarbare samentrekkingen van de kuitspieren. Vrijdag voelde mijn benen loodzwaar aan. Toch liet ik me niet gek maken door deze nepseintjes.

Een bont gezelschap staat op een grasveldje. Ik babbel nog wat met Dolf Bartels, maar zit ondertussen met mijn gedachten bij wat gaat komen. Bijna iedereen heeft een rugzakje. Ik heb gekozen voor een mouwloos wielershirt vanwege de zakken waar ik de benodigde gelletjes en reepjes in kan doen. Een flesje sportdrank gaat mee in de hand. Een recreant loopt al plaatjes schietend met zijn mobiel voor me. Niets van aantrekken Jeroen! Het valt me zwaar om er niet in te vliegen, om met de handrem er op het eerste deel te lopen. Bram van Rijswijk en Christiaan Hemstede zijn al uit zicht. Ik sluit aan bij een groepje kletsende mannen. Terwijl ik voortga op mijn duurlooptempo zit ik al bij de eerste tien. Dat bevestigd mijn gevoel. Het plan is heel langzaam door te schuiven naar de vijfde plek. Als een plukje lopers bij ons aansluit en er langs gaat sluit ik aan. Er is een pittige boomwortelsklim over een pad met aan weerszijde gigantische noeste bomen. We knallen naar beneden en even later begint mijn mede trailer een gesprek. In eerste instantie antwoord ik kort (geen energie verspillen, onnodige/misleidende info opnemen). Het blijkt wel een prettige afleiding.

Foto genomen door Fred Verheul

Foto genomen door Fred Verheul

Zo trek ik door de bossen bij de Posbank met Bas Koenders. Hij vertelt over zijn sport belevenis op de Canarische Eilanden. Ondertussen neem ik slokjes en lurk aan mijn gelletje. Dan plots blijft Bas achter. Ik aarzel, we zijn nog niet eens op de helft. Zo draaf ik al eerder dan verwacht op een vijfde stek solo door. Er is al gauw voor en achter me geen kip te bekennen. Wel hier en daar een vrijwilliger. Kinderen hebben een mestkever gevangen, mountainbikers racen langs, Schotse Hooglanders staan traag. Dan heb ik een loper in het vizier, waarop ik als vanzelf is iets harder ga. Het blijkt een wilde loper en juist op tijd zie ik dat in. Terwijl ik de Veluwse prairie kruis is de bodem van het flesje bereikt. Op de top beeld ik me in dat ik zwaai naar diegene die beginnen aan de klim, maar boven loop ik te ver door om naar beneden te kunnen kijken. Alsof ik de post kan ruiken versnel ik iets. Daar spoel ik mijn pikkerig geworden vingers met water, neem een bekertje sportdrank, pak een stukje banaan en wat Sultana’s. Het gemerkte flesje kan ik niet meteen vinden, het blijkt verstopt tussen tassen.

Mijn maag is bezig met het verwerken van het voedsel en ik besluit een iets gematigd tempo te voeren. Niet veel later moet ik uit de broek. Alleen is het erg opletten waar je heen moet, een enkele keer is er twijfel als de linten uitblijven. Dan is er opluchting als je de witte Salomon lint herkent wapperend aan een tak of gedrapeerd om een dikke boom. Even is de focus weg, nu door stampen. Een stemmetje praat op me in dat ik moet blijven drinken en eten. Dit goedje is wat sterker van concentratie waardoor het net wat minder makkelijk wegspoelt. Wanneer komt er iemand terug uit het achterveld? Waar loopt Arie Froberg en hoe vergaat het Marc Weening. Op welke afstand loopt Mark Westerhof voor me en wie mis ik in de kopgroep? Christiaan Hemstede komt uit tegengestelde richting aanlopen en wenst me succes. Hij geeft aan dat ik vierde loop. Dat komt me wat onwerkelijk over, dit is wel mijn eerste Ultra! Zou ik niet al stuk moeten zitten? Deze prikkel geeft onverwacht nieuwe kracht. Verderop voor we het tunneltje onderdoor gaan zie ik Tonnie Stouten die doorgeeft dat ik derde lig. Vol verbazing en al genietend van mijn positie, neem ik de aanmoedigingen in ontvangst van de trailers die de lus nog gaan lopen. Al terug groetend voel ik me een hele meneer, maar dat stemmetje blijft me alert houden.

Terug bij de post voel ik me mentaal beresterk. Het gevoel dat Machielsen het heeft gehaald is er al. Nu het lichaam nog die laatste kilometers voortslepen. Een fietser wil me begeleiden, daar heb ik eigenlijk geen belang bij. Ach tja wat maakt het uit, of het echt gunstig is weet ik niet. Je loopt nu toch iets anders. Ik ga met hem een gesprek aan, maar hij blijft achter me fietsen. Gelukkig hoef ik nu minder goed op te letten, de concentratie neemt toch wel een beetje af. Het flauw stijgend ruiterpad is een waar obstakel. En dan het bordje met een kilometer, waarop ik prompt een versnelling inzet. Onder de vier uur is mogelijk! Maar mijn benen stokken en vertragen, de coördinatie neemt af. De opluchting is daar, een moment van gemengde gevoelens, twijfel tussen huilen en lachen. Bertus wacht me op. Ik ben derde geworden op mijn eerste Ultra (zonder strijd)! Mark Westerhof bleek verkeerd gelopen te zijn en uitgestapt. Diep respect voor Elbert Voogt een master op leeftijd.

© Jeroen Machielsen – Nijverdal – http://www.jeroenmachielsen.web-log.nl/