Loch Ness Ultra Run (3)

Bron Henk GeilenDag 4 Milngavie – Inversnaid. Na een goede maaltijd, een leuk feest en een prima nacht in een uitstekend hotel stond de Wet Highland Way op het programma. De planning was om rustig van ons hotel naar het officiële startpunt te wandelen. Daar een paar mooie foto’s te maken en dan een mijltje of 100 te gaan genieten.

(Note Redactie Loopkrant.nl: Loch Ness Ultra Run. Dit alles door de ogen van Henk Geilen in vijf afzonderlijke verhalen vastgelegd en verspreid over drie dagen afzonderlijk te lezen op Loopkrant.nl. Hierbij het derde deel van deze bijzondere loopervaring)     

Het heeft even gekost om dit beginpunt te vinden en dat kwam mij wel goed uit want 800 meters warm lopen vond ik toch veel te weinig. Ik had vrij snel in de gaten dat deze route wel goed gemarkeerd was. Dus besloot ik mijn eigen gang te gaan. Het eerste stuk liep extreem lekker. Een mooie glooiende verkeersvrije route, precies het soort parkoers wat mij erg goed afgaat. Na een kilometer of 13 had ik in de gaten dat ik de eerste verzorgingspost gemist had. Nu eindelijk een keer niet omdat ik mij verlopen had maar omdat ik eerder op het afgesproken punt was dan de camper. Omdat iedereen zich wel weer zorgen zou maken dat ik verdwaald was, belde ik maar op om te vertellen dat ik al door was. Dat is weer eens iets anders dan te moeten uitleggen dat je geen idee hebt waar je nu uithangt.

Onze etappeplaats was aan de "rechter achterkant "van Loch Lomond. Deze plaats was eigenlijk niet met een auto bereikbaar. De camper moest links langs het meer en daar blijven staan. Daar moesten de dames dan, samen met de bagage een veerpont nemen. Zodoende was afgesproken dat er die dag maar twee verzorgingsposten zouden zijn. Ik begon mij tevens te realiseren dat als ik zo door zou gaan ik ook de tweede verzorgingspost die dag zou missen. Ik was dus blij dat ik een halve liter water en een beetje geld meegenomen had. Ook vond ik het van een vooruitziende blik getuigen dat ik de avond van te voren een glaasje Guinness extra gedronken had.

Bron Henk Geilen

Zoals gezegd wast de West Highland uitstekend gemarkeerd. Wel waren erg veel poortjes en deze hadden weer allerlei ingenieuze sluitsystemen. Dus had ik ook nog wat te puzzelen. Na verloop van tijd was er even een stukje met wat minder markeringen. Op een soort kruispunt had ik de keuze tussen een asfaltweg en een fietspad. Omdat de route tot dat moment altijd via paadje e.d gegaan was twijfelde ik geen enkel moment en koos het fietspad. Ik werd dan ook beloond met een heel aparte brug en een groot kasteel. Desalniettemin moest ik na een paar kilometers constateren dat de keuze fout was. Uiteraard is er dan maar één oplossing en dat is terug naar het punt waar het fout ging en de ander kant nemen. Ondanks dat ik dit jaar door dat soort capriolen redelijk wat leergeld betaald had besloot ik dat niet te doen. Ik zag namelijk aan de borden dat ik in de buurt van Drymen zat. En gisteren had ik gezien dat achter Drymen de Rob Roy de West Highland kruiste. Tevens had ik gezien dat daar een parkeerplaatsje was. Ik wist dat daar de verzorging was. Dus nu kon ik wat extra kilometers maken en ook nog wat eten en drinken krijgen. Tot zo ver de theorie. De praktijk was dat ik niet in Drymen uitkwam maar op de grote weg naar Drymen. Omdat ik het asfalt lopen een beetje gemist had was ik daar wel blij mee. Toen ik op de weg aan het lopen was zag ik opeens de camper komen. Dus kon ik ook mijn gemiste eerste verzorgingspost inhalen. Toen ik in Drymen kwam herkende ik het eindpunt van de etappe van gisteren. Bovendien herkende ik daar Martin die van een heel ander kant aangelopen kwam. Hij had ook ergens een bordje gemist en was in de veronderstelling dat de verzorging van vandaag op dezelfde plaats als gisteren was. Samen zijn we toen op zoek gegaan naar de juiste plek. Voordat we die bereikt hadden kwam ons de camper tegen. Ook zij waren dus de weg kwijt.

Omdat we nog minimaal 40 kilometer voor de boeg hadden leek het ons raadzaam om de inwendige mens nog maar wat te versterken. Martin kwam met de suggestie om in plaats van water cola in de bidon te doen. Dat leek mij een prima idee. Nadat wij twee honderd meter gelopen hadden hoorde ik een flinke knal en was mijn bidon nog maar voor de helft gevuld. Weer iets geleerd. Vlak voordat wij op het punt waarvan ik vrij wel zeker was dat wij de west Highland zouden kruisen kwamen wij twee jonge kerels met mountainbikes tegen. Ook zij waren op zoek naar de West Highland. Gelukkig waren zij heel erg goed voorbereid op hun tripje. Ze hadden bij het startpunt met hun digitale cameraatje een foto van het overzichtskaartje gemaakt. Vreemd dus dat ze nu al de weg kwijt waren. We hebben ze op de juiste route gezet en veel plezier gewenst.

Toen we de route hadden kregen we vrij snel Loch Lomond in het vizier, zij het dat het zicht op het meer een beetje belemmerd werd door een stevige berg die voor ons lag. Zoals te verwachten mochten wij dus over die berg gaan lopen. Het was een grandioos stuk om te lopen maar de regen in combinatie met grote losse stenen zorgde ervoor dat dit niet echt snel meer ging. Toch haalden wij vrij snel de twee mountain bikers in. Het omhoog komen was al moeilijk genoeg maar als je dan ook nog een fiets mee moet zeulen wordt het echt een lijdensweg. Door een sanitaire stop verloor ik Martin uit het vizier. Ten ik echter bezig was met de afdaling en aan de zijkant van de heuveltop zat, hoorde ik boven mij iemand roepen . Ik keek omhoog en zag twee man boven op het hoogste topje staan. Omdat ik tegen de zon inkeek kon ik alleen het silhouet en een mij bekend voorkomend petje herkennen. Voor de zekerheid heb ik toen maar met een mooie vragende intonatie "martin" geroepen. "yes" was het antwoord. Dus ben ik via een heel smal rotspaadje naar boven geklauterd. Daar stonden twee hele vriendelijke wandelaars die van mening waren dat ik dit uitzicht persé gezien moest hebben en mij daarom naar boven geroepen hadden. Daarin hadden ze ook absoluut gelijk, maar toen ik op handen en voeten via dat stomme paadje weer omlaag moest was ik dit prachtige uitzicht bijna weer vergeten.

Bron Henk Geilen

Vervolgens ging het langs het meer. Hoe ik er bij kom weet ik niet maar ik dacht dat dit een simpel loopje over en mooi paadje langs het meer zou zijn. Niets was minder waar. Meestal ging het flink omhoog om vervolgens weer flink omlaag te gaan en per saldo een paar kilometer op te schieten. En als het al langs het meer ging was het klauteren over allerlei rotsen. Maar toch was het erg leuk. De route was prima gemarkeerd tot dat ik bij een groot visitor center kwam. Hier was dus niets meer gemarkeerd. Sterker nog, de meest logisch weg was afgesloten en de waarschuwingen op de borden logen er niet om. Dus maar terug naar het center. Ik heb daar aan veel mensen de weg gevraagd. Niemand wist hem, ze hadden zelfs nog nooit van de West Highland Way gehoord! Dan vraag je je toch wel af waarom de mensen naar het West Highland visitor center rijden. Uiteindelijk ben ik dus maar de afgesloten weg ingegaan. En na verloop van tijd stonden hier weer gewoon de bordjes. Vlak voor Inversnaid werd ik ingehaald door de twee mountain bikers. Zij vertelden mij dat zij op zoek waren naar een plaatsje met ook iets van Inver in de naam. Daar zouden zij overnachten. Op mijn kaart kon ik dit plaatsje direct vinden. Hier waren ze heel blij mee. Met het feit dat dit plaatsje aan de overkant van het meer lag een beetje minder.

Voor Inversnaid liggen heel mooie en indrukwekkende watervallen. Via een combinatie van bruggen en stenen kun je daar overheen komen en kom je in het Inversnaid hotel en dat is tevens het hele dorpje. Omdat het hotel volgeboekt was sliepen wij in het bunkhouse. Volgens de reisleiding 800 meter links van het hotel. Ik was vandaag al eerder naar een locatie 800 meter verder gelopen. Bovendien maakt het nogal wat uit als links gaat lopen of je met je gezicht naar het meer staat of met je rug. Dus ben ik maar eens bij het hotel gaan vragen waar ik zijn moest. Ik moest nog even de berg op en de 800 meter klopten inderdaad, althans in vogelvlucht. De lokale wegenbouwers hadden echter een budget gekregen om die weg wat op te leuken met allerlei slingers. Toen men vervolgens zei dat ik wel helemaal gestoord moest zijn om die berg op te rennen kwam mijn eer in het geding en ben ik gaan toch gegaan.

We sliepen die nacht in een omgebouwd kappeletje boven op de berg. De kamers waren klein maar de keuken uitstekend. Tevens heeft een van mijn kamergenoten iets heel belangrijks geleerd. Het is een prima idee om als je met vier kerels op een kleine kamer ligt het raam open te laten als je gaat eten. Het is ook slim om het licht aan te laten als je weg gaat. De combinatie van deze twee aardigheden in een gebied dat bekend is voor zijn muggenoverlast (midgets) is echter te veel van het goede. Toen we terugkwamen was de kamer letterlijk zwart van de muggen. Positief hieraan was wel dat we toen gedwongen werden om onze armen en schouders te trainen. Binnen en uur hadden we alle muggen dood geslagen.

Dag 5 Inversnaid – Inveroran
De dames mochten deze dag extra vroeg op omdat ze om 7:30 bij het veer moesten zijn. Omdat zij ook onze bagage mee namen mochten wij dat dus ook. Toen wij beneden bij het veer kwamen waren wij verrast dat de dames daar nog steeds stonden. De veerman was zoek. Uiteindelijk zijn ze geruime tijd later met een andere boot overgestoken .Dat ging ook prima zij het dat die boot op een andere plaats aankwam dan de camper stond. Maar welke Schot kan de charmes van onze drie schonen weerstaan. Dus een lift hadden ze zo gevonden.

Wij hadden weer een schitterende etappe voor de boeg. Water, riviertjes, stenen, geiten, reeën etc. Gewoon prachtig. Martin en ik liepen weer samen en we waren vrij snel bij de eerste verzorgingspost. Gelukkig was deze in een schuur bij een camping want het regende. Daar kwamen we ook weer onze mountain bikers tegen. Na verloop van tijd kwamen we weer in de heuvels. Prachtige vergezichten dat is het beeld dat ik altijd van Schotland gehad heb. Puur genieten dus. Het laatste stuk van de etappe worden we weer vergezeld door Lianne. Ongemerkt loopt deze dame de nodige kilometers. Heel opmerkelijk voor iemand die half oktober haar eerste halve marathon gaat lopen. Maar zo zie je maar als je loopt te genieten vliegen de kilometers voorbij.

Bron Henk Geilen

Onze etappe plaats is Bridge of Orchy. Maar om een regelmatiger verdeling van de kilometers over de dagen te krijgen is het de bedoeling dat we doorlopen tot Inveroran. Ook dit is een plaatsje dat bestaat uit een huis en een kroeg. Wel een heel beroemde kroeg want er schijnen heel wat beroemde mensen een glas gedronken te hebben. Hoe het ook zij, op die lijst kunnen weer drie personen bijgeschreven worden. Toen we opgehaald waren door de camper en de lucht in de dry room waar we onze spullen gehangen hadden overleefd hadden, konden we terugkijken op een heel mooie etappe waarin eindelijk een keer bijna alles volgens planning gegaan was.

© Henk Geilen – Munstergeleen / http://www.loopplezier.tk/