Niet overal schijnt de zon in Kenia

Archief Loopkrant.nlIk ben nu al bijna drie weken in Afrika en bovenstaande titel kan je letterlijk als figuurlijk opvatten. De afgelopen drie dagen ben ik geteisterd door stormachtige regenbuien, mist en kou. Heel even had ik het gevoel weer lekker thuis te zijn in Nederland. Gelukkig heb ik tijdens mijn trainingen niet al teveel last gehad van de regen- en onweersbuien.

Note redactie: middenafstandloper en steepleloper Dennis Licht uit Apeldoorn is van 8 oktober tot 8 november op hoogte trainingsstage in Kenia. Hierbij zijn derde sfeerverslag. Zijn persoonlijke hardloopbelevingen zijn dagelijks te volgen op http://dennis.performancerunners.nl/  

Ik heb slechts één training moeten inkorten omdat het te gevaarlijk was om te hardlopen vanwege onweer en bliksem. Het weer is de afgelopen paar dagen zo veranderlijk, dat het moeilijk te voorspellen is wat de omstandigheden zullen zijn voor de volgende dag. De regenbuien hebben ook zo zijn voordelen, de rode stoffige paden zijn veranderd in rode modderige paden. Nu hoef ik telkens meer de stof te happen als er weer een Keniaanse malloot in een rammelbak komt voorbij stuiven. Het grote nadeel van de regenbuien is dat de modder, net als de klei in polderachtige omgevingen als Gorinchem, aan je schoenen blijft plakken en je daardoor extra ballast moet meedragen. Het is een goede oefeningen om je knieën hoog op te tillen, dus ik probeer het voordeel er maar van in te zien.

Archief Loopkrant.nl

In mijn eerste stukje wat ik op mijn weblog heb geschreven vertelde ik dat de lokale bevolking erg vriendelijk vond. Elke Keniaan wil graag weten wie je bent, hoe het met je gaat, waarom je naar Kenia bent gekomen. In de eerste paar dagen had ik gelukkig al wel door dat ze zo vriendelijk zijn omdat ze iets van je willen. Een paar Britse atleten hier in het kamp maken graag vrienden met de lokale bevolking, dat doe ik bewust niet. Ik train ook niet met ze. Hooguit als ze in mijn buurt lopen, sluit ik aan om vervolgens mijn eigen training te vervolgen.

Op mijn eerste dag werd mij al gevraagd of die ik die ene paar schoenen en shirts kon missen. Kenianen denken dat alle witte mensen rijke mensen zijn en willen via de witte mensen meer sociale status verwerven in eigen land. Eén van de meisjes hier in het kamp is al ten huwelijk gevraagd en andere Britse atleet is gevraagd of er een ticket betaald kan worden naar Engeland om daar wedstrijden te lopen. Mij is gevraagd of ik als atletenmanager kan werken om ze naar Europa te halen. Ik antwoord dan gewoon dat ik hier voor mijzelf ben en niet voor jou. Tijdens mijn ochtendduurlopen komt ook het regelmatig voor dat kinderen van tien jaar of jonger, ‘give me my watch, give me my shoes’ roepen.

Sommige Kenianen vragen ook om geld of vragen de dubbele prijs voor iets wat je moet kopen. Ze proberen je op allerlei manieren meer geld af te troggelen en vooral omdat je wit proberen ze je op allerlei manieren op te lichten. Dat is ze bij mij nog niet gelukt omdat ik er een aantal keren wat van heb gezegd. Met een lach moffelen ze dan hun eigen oplichterij weg. Vorige week vrijdag zaten we bijvoorbeeld in een restaurant te lunchen in Eldoret met een groepje atleten. Ene Elias een goedverdienende atleet die uitstekend Engels spreekt, probeerde ons, voor mijn gevoel, allemaal op te lichten. Om de rekening te betalen kwamen we nog flink geld tekort. We vroegen aan hem of hij zijn deel had betaald. Hij keek gewoon weg en deed alsof hij het niet begreep. Sindsdien moet ik eigenlijk niets meer hebben van Kenianen en ben ik voorzichtig met het leggen van contacten. Het is diezelfde atleet die één van de atleten hier in het kamp ten huwelijk heeft gevraagd.

Natuurlijk zijn er ook aardige Kenianen die ik eigenlijk bijna dagelijks in de gym tegenkom in Lornah’s Camp. Die heb ik na een paar weken nog nooit om geld horen zeuren of een paar schoenen. Dat zijn dan ook atleten van topniveau die het al gemaakt hebben in de wereld. Of wellicht hebben zij een andere strategie om mij op te lichten. Je weet het niet!

Archief Loopkrant.nl

Gisteravond ben ik wezen eten in een voor Keniaanse begrippen zeer luxe restaurant. Het restaurant heet Kerio View en heeft uitzicht over de Rift Valley. Je komt er ook regelmatig rotsapen tegen. Ik heb ze alleen nog niet gezien. Het restaurant heeft een ontzettend grote open haard en heerlijk eten. In datzelfde restaurant heb ik gesproken met de Richard Yeptich, die uitkomt voor Qatar en het afgelopen Wereld Kampioenschap in Osaka als tweede finishte op de marathon. Het is een jongeman van 29 jaar met een gezicht van iemand van 40 jaar. Richard is getrouwd, heeft twee kinderen. Richard is een klassiek verhaal. Hij rende elke dag 7 kilometer heen naar school en 7 kilometer terug naar huis. Al van jongs af aan deed hij niet anders wat hem de skills gaf om een goede atleet te worden. Hij vond het vreemd waarom wij hem niet herkende. We waren met ze achten naar het restaurant gegaan en slechts twee van ons herkende hem. Toen hij zijn pet af deed had ik al wel een vermoeden, maar durfde niets te zeggen. Ik wist natuurlijk wel waarom niemand hem herkende. Atleten die voor Qatar uitkomen en voormalig Keniaan zijn hebben flinke imago en identiteitsproblemen. Na twee jaar topprestaties verdwijnen de meeste Kenianen van het wereldpodium. En daarnaast zijn er zoveel kipketers, songkoks, Limo’s en kiproto’s en chirchirs dat het moeilijk is om te onderscheiden. Iemand als Haille Gebreselassie kent iedereen. De Ethiopische atleet is een zeer vriendelijke man en staat vooral bekend om zijn eeuwige lach!

Gisteren ben ik ook naar het de wereldberoemde St. Patrick’s School geweest. Daar hebben wij Sir. O’Connoll ontmoet. Een man die misschien wel de belangrijkste rol heeft gespeeld in de erkenning van tophardlopers in Kenia en aan de wieg heeft gestaan van Keniaanse successen. Gek genoeg heeft deze man nog nooit zijn atleten zien hardlopen tijdens een Olympische Spelen. Hij zegt hierin niet geïnteresseerd te zijn wat ik natuurlijk niet geloof.

Deze meneer is 31 jaar geleden naar Kenia toegekomen om les te geven en ontdekte supertalenten als Wilson Kipketer en heeft hen een educatie gegeven en een toekomst in de atletiek. Hij heeft ons een rondleiding gegeven door de school. Er waren examens dus we konden niet in een klaslokaal kijken, maar wel in de oude koeienschuur die als aula en kantine dient. Daar hangen allemaal prachtige klassieke foto’s en uitslagen van Keniaanse atleten tijdens de Olympische Spelen vanaf 1968. Iedere atleet die als junior of als senior een wereldrecord verbreekt of een medaille wint op een mondiaal toernooi krijgt een boom met een naambordje geplaatst op het schoolplein. Ongelooflijk om te zien hoeveel kampioenen op deze school hebben gezeten.

Wat betreft mijn trainingen kan ik ontzettend tevreden zijn. Mijn discipline in de eerste 14 dagen training heeft zich uitbetaald in schitterende tijden op de atletiekbaan. Ik ben gewend aan de hoogte en weet goed om te gaan met de lange heuvels. Hoger dan een hartslag van 185 per minuut is eigenlijk onmogelijk op hoogte, omdat je dan heel snel een zuurstofschuld opbouwt. Daar is heel moeilijk om van te herstellen. Tijdens mijn trainingen merk ik echter dat mijn hartslag supersnel daalt in de pauzes, in bijvoorbeeld een intervaltraining. Dat is een goed teken want volgende week wil behoorlijk veel kwalitatieve en rustige kilometers maken. Misschien dat ik volgende week nog weer een paar Kenianen kan ‘killen’. Van de week heb ik me tijdens een ochtendduurloop een beetje laten gaan.

Een Keniaan liep in mijn duurlooptempo en vroeg ik of ik in de laatste 15 minuten progressief mee wilde lopen. Na een flinke aantal tempoversnellingen waren we bijna bij de finish. Hij leverde een maximale inspanning en ik volgde om vervolgens heel ontspannen hem te passeren. Dat had hij waarschijnlijk niet verwacht. Met snot onder zijn neus en zeiknatte kleren gaf hij mij een hand en zei hij; “You are strong man.’ Mijn dag was helemaal goed. Volgende week misschien wat Kenianen slopen op de atletiekbaan. Mijn tijden van vorige week werden al geklokt door een Keniaanse coach. Deze man deed overigens na mijn training ontzettend stom tegen mij. ‘Hij kwam vanuit het niets met een opmerking over mijn Liga die ik direct at na de training. Hij vond dat atleten maar één keer per dag mochten eten. Waarop ik zei; ‘This is good for my recovery, In this way I can kill more Kenyan athletes.” De man wist niets meer te zeggen. Ik mocht op zijn bij 4×4 terreinwagen meerijden, om vervolgens netjes afgezet te worden bij het trainingskamp.

Archief Loopkrant.nl 

Ik sta overigens verbaasd hoe hoog Keniaanse atleten hun knieën kunnen optillen tijdens oefeningen in het krachthonk. Met grootste gemak tillen zij hun benen door een hoek van 90 graden. Stretchen hoeven zij niet te doen om hun ‘runningstride’ te verbeteren. Ze zijn van nature al lenig. Toch zie je nog steeds dat ze hier veel aandacht aan besteden. ‘Core stability’ is een zwak punt van ze. Kenianen die wel sterk zijn in hun romp lopen dan ook het hardst van allemaal. Ik heb vorige week loopscholing oefeningen gedaan Kenianen en met atleten hier uit het kamp. Het verbaasd me hoe laag het niveau is van al die atleten. Een normale skipping waarbij de timing en inzet van de armen correct is lukt gewoonweg niet. De coördinatie is ver te zoeken. Zodra er ook maar één ingewikkelde oefening gedaan moet worden met loopscholing of rompstabiliteit dan geeft een Keniaan het als eerste op, zeker als je een beetje pijn beginnen te voelen. Keniaanse atleten hardlopen zoveel rustige en snelle kilometers en maken daarmee zoveel trainingsuren, dat ze volgens mij in een wedstrijd of zware training nooit echt veel pijn voelen.

Pijn heb ik wel afgelopen week gevoeld tijdens een massage. Dorcas, een Keniaanse meid van 50 kilo is atleet en kan masseren. Ik heb de blauwe plekken nog mijn kuiten en bovenbenen. Ongelooflijk wat is die meid sterk! Omdat de fysiotherapeut Jeroen tijdelijk in Nederland is voor wedstrijden, moest ik me laten masseren door Dorcas. De volgende keer bedenk ik me wel twee keer. Als je tranen in je ogen staan moet je alleen maar lachen en doet je het nog een tikkeltje harder.

Ze kan overigens wel aardig masseren, omdat zelfs een aantal plekken kon vinden van mijn oude blessure rondom mijn linkerknie. Dit doet me echt herinneren aan twee massages die ik ooit heb gehad in Portugal. Marian de fysiotherapeut in Acoteias heeft mij een keer zo hard gemasseerd op mijn achillespees, dat mijn knie in de tafel stond. Of die ene keer dat Johan mijn trainer/coach mijn peesplaten masseerde. Vandaag 26 oktober ga ik lekker genieten van mijn rustdag en wellicht pak ik vandaag nog even een sauna in de gym en ga ik lekker lunchen in Eldoret.

© Dennis Licht – Apeldoorn / http://dennis.performancerunners.nl/