Sinterklaas komt aan in Scheemda

20111126Scheemda1Het zit nog dicht van de mist als we naar Scheemda vertrekken. Gelukkig is het maar een kwartiertje rijden bij mijn dorpje vandaan. Sinterklaas komt vandaag aan in Scheemda. Vanwege dat heugelijke feit is er een Sinterklaasloop georganiseerd. Vorig jaar was het de eerste keer. Toen was het een recreatieloop. Dit jaar is de Sinterklaasloop in het Univé circuit opgenomen.

Het zal dan ook wel heel veel drukker zijn met lopers dan vorig jaar. Grote kans dat de organisatie dat ook vermoedt. Het parcours is anders en ook de start en de finish is op een andere plaats. De Sinterklaasloop is de 13de loop van het Univé loopcircuit 2011. Nog één loop te gaan dit jaar op 31 december in Blijham.

Bij de sporthal in Scheemda is genoeg parkeergelegenheid. Parkeerwachters wijzen ons een plaats aan. We staan gunstig. Naast een heg. Als, ik zeg als de zon gaat schijnen, dan staat de auto in de schaduw. Dat is goed voor Hondje. Voorlopig is het nog grijs van de mist. Tot nu toe geen zorgen. We gaan de sporthal binnen. Nee maar!!! Wie staat daar met een nummer op het loopshirt? Elly! Elly van Garmt. Mijn mond valt open. Gaat zij lopen? Jawel, zij gaat lopen. Ze heeft zich laten strikken door een vriendin. In een onbewaakt ogenblik. Tijdens een flinke borrel. Die Elly! Ze hebben het afgesproken. Samen gaan ze de vijf kilometer in Scheemda lopen. Elly is er klaar voor. Haar vriendin is er nog niet. Dat vindt ze minder leuk. Elly houdt de moed erin. De vriendin kan nog komen.

Wij halen ons vaste loopnummer op. Vandaag loop ik als recreant. Dat loopt wel zo relaxed voor mij. We zien nog wat oude en bekenden. Douwe Semelaar lacht naar mij. Ik krijg een vette knipoog van hem. Nee mannetje. Mij krijg je niet. Ik heb al een vriendje. Hondje vraagt aan deze en gene aandacht. Die krijgt ze. Ze geniet er met volle teugen van. Als we de sporthal uitlopen zie ik Elly nog staan. Ze lacht opgelucht. De vriendin is gekomen.

We lopen naar de start en de finish. Die is in het centrum. Sinterklaas is al weer op weg naar een volgend dorp. Wonder boven wonder schijnt de zon vrolijk op Scheemda. We zien Anneke en Piet… nee, geen zwarte. Piet loopt in het bekende groen van zijn club. Hij zal de strijd met Egbert en mij aangaan. Hij doet maar. Van mij mag hij voor mij finishen. We wurmen ons onder het startdoek. De straat is hier op zijn smalst. Ik kan de speaker niet verstaan. Er wordt zo druk om mij heen gekletst. Iedereen heeft tegen iedereen nog wat te zeggen. Ook de vrouw naast mij. Zij had gehoord, via via, dat ik met lopen gestopt was. Mooi niet! Ik blijf lopen zolang ik kan en er lol in heb. Voorlopig is het eind nog niet in zicht. Het startschot gaat. We wringen ons de ruimte in.

Douwe Semelaar springt van de stoep voor mijn voeten. Tjonge jonge! Moet dat zo? Die man is wel hardnekkig. Ik val niet op hem. Gelukkig niet. Ik spurt hem voorbij. Ziezo, die ben ik kwijt! Ik zie mijn jeugdig vriendje een meter of tien voor mij lopen. Hij zigzagt andere lopers voorbij. Ik heb het nakijken. Roeli loopt ook in mijn buurt. Die Roeli wordt op haar oude dag steeds sneller. Of ga ik steeds langzamer? Ik loop haar voorbij. Even later loopt zij mij weer voorbij. Ik laat het maar zo. Zij is dit jaar sterker dan ik ben. De mist is weer op het Oldamt neergedaald. De loper voor mij zie ik nog gekleurd. De lopers voor hem verdwijnen in de grijze massa. Ik zie het silhouet van mijn vriendje. Hij loopt goed. Maar ik had ook niet anders verwacht.

20111126Scheemda2

Na drie kilometer haal ik Roeli in. We zeggen elkaar gedag. Piet heb ik niet meer gezien. Aaltje zie ik wel lopen. Het is windstil en ik loop heerlijk. Ondanks de mist is het niet koud. De eerste ronde heb ik in een redelijke tijd gelopen. Volhouden zo. Ben ik nou gek of is het echt zo? Het lijkt alsof Egbert wel die daar loopt. Van grijs wordt hij blauw. Ik weet dat hij een blauw shirt aanheeft. Helemaal zeker dat hij het is ben ik niet. Is hij het wel? Ik lijk hem steeds beter te zien. En dat, zonder dat ik mijn bril opgepoetst heb. Is hij ingezakt? Geeft hij de moed op? Ziet hij uiteindelijk dat ik zijn meerdere ben? Na ruim een kilometer loop ik op zijn hielen. Dan roep ik bij verrassing:’opzij opzij opzij!!!’ ‘Ben jij het?’zegt Egbert dom. ‘Jazeker!!! Ik ben het!’jubel ik. En dan huppel ik hem voorbij. Ik houd wel in gedachten dat hij mij nog voorbij zal lopen. Vlak bij de finish roept een mevrouw dat Egbert achter mij loopt. Alsof ik dat niet in de gaten heb. Tegen Egbert roept ze dat hij mij in moet halen. Dat doet hij niet. Of dat kan hij niet. Vijf hele seconden ben ik hem voor. We vallen elkaar van uitputting in de armen. Dan veren we op want Piet finisht. We gniffelen tegen elkaar. Hem zijn we zonder moeite voor gebleven. Tegen Piet zeggen we dat hij goed gelopen heeft. Menen we dat? Er zit een ondertoontje in.

We brengen ons nummer terug. Krijgen een herinnering. Gaan douchen en daarna nog een gezellig samen zijn met Aaltje en blije Reina. Blije Reina is helemaal blij. Zij is derde dame in haar categorie geworden. Haar prijzen geld verbrast ze meteen aan koek en zopie. Wij genieten mee. De mist hangt er nog.

© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda – http://hardloopberichtenvantoli.blogspot.com