Open clubkampioenschappen

Ze had het nog nooit gedaan. Zij niet? En dat op haar leeftijd? Jawel! Het is echt waar. Het was er nooit van gekomen. Ze had er wel eens aan gedacht. Maar daar bleef het bij. Het trok haar niet zo. Ze dacht dat ze het niet kon. Niet durfde. Wat kan zij toch rare dingen in haar hoofd halen. Maar toen…

Toen ze haar mail opende, toen zag ze de Nieuwsbrief van de club. Ze las het vluchtig. De 3000 meter hardlopen bleef hangen. Ze downloade het formulier. Vulde het in. Voor de zekerheid mailde ze ook nog naar een organisator dat ze mee wilde doen. Het formulier leverde ze in toen ze ging trainen. En dat was dat.

Een paar dagen voor het kampioenschap leest ze het formulier nog even door. Ze komt er niet uit op welke tijd de 3000 meter gelopen wordt. Bij het programma staat dat het om tien uur begint en dat er om achttien uur een gezamenlijke maaltijd is. Maar wanneer wordt er nou gelopen? Ze vraagt het aan haar trainster van de dinsdagmiddag. Zij zegt dat het een zeskamp is en dat ze aan alle onderdelen mee moet doen. Alleen de 3000 meter gaat niet. Paniek slaat om haar hart. Thuisgekomen mailt ze een organisator. Ze ziet er maar vanaf als ze geen 3000 meter kan lopen. Dit mailde ze:

‘Hallo, Pas geleden heb ik me opgegeven voor de Open clubkampioenschappen van 22 september. Ik had niet goed nagedacht en of gelezen. Dacht dat ik alleen de 3000 meter kon lopen tijdens de kampioenschappen. Dat blijkt niet het geval te zijn heb ik gehoord. Ik heb nog nooit een discus in mijn handen gehad. Laat staan een kogel. Hoogspringen durf ik niet. Met verspringen kom ik niet ver. Dus, bij dezen denk ik maar dat ik niet moet deelnemen. Ik ben een blamage voor de club en voor mezelf. Fijne dag as zaterdag. Vriendelijke groeten. Zij zonder hij.’

Ze zucht van opluchting. Zie zo, daar is ze van af. Die nacht slaapt ze heerlijk. De andere dag opent ze haar mailbox. Tot haar schrik ziet ze dat er een antwoord is van de club.

‘Hallo Zij zonder hij, Je bent niet de enige die nog nooit een discus heeft vastgehouden of ver heeft gesprongen, kogel heeft gestoten of hooggesprongen. Ik zou zeggen probeer het gewoon voor het plezier. Zelf ben ik een langeafstandsloper en heb verder nog nooit andere onderdelen gedaan. Er zijn een stuk of 10 mensen die alleen maar hardlopen en verder niks. Bij dezen zouden we het leuk vinden dat je wel meedoet. Vriendelijke groeten van de club.’

Ze wordt er warm van. Krijgt het Spaans benauwd. Moet ze het nu alsnog doen? Vlug mailt ze terug dat ze er een nachtje over zal slapen. Ze neemt een stevige neut en slaapt als een roos. De andere morgen is ze op tijd wakker. Ze kan zich nu niet verschuilen achter de smoes dat ze zich heeft verslapen. Vlug pakt ze haar loopkleding bij elkaar. Drie paar schoenen. Even zoveel sokken. Een jasje. Allerlei shirtjes en pantjes. Nog een broodje en gaan! Hondje springt snel in de auto. Hondje wil ook mee. Als ze bij de club komt is het al druk. In de kantine haalt ze haar nummer. Oeps!!! Speldjes vergeten! Geen probleem. De club heeft speldjes genoeg. Ze rent met Hondje snel naar de baan. Het eerste onderdeel begint zo.

 

De 100 meter. Dat kan ze. Alhoewel.. niet snel. Ze staat tussen jonge meiden. Omdat zij een zekere leeftijd bereikt heeft hoeft ze niet in de startblokken. Zij blij. Ze kletst wat met de meiden. Die zien er goed uit. Strakke pakjes en strakke lijfjes. Kleurige schoenen en professionele kousen. Ze hebben allemaal hun spikes aangetrokken. Is dat nodig? Blijkbaar wel. Zij heeft haar spikes vorig jaar aan de wilgen gehangen. Moet ze er toch maar vanaf halen. Spikes zijn blijkbaar toch wel nuttig. Dan maar 100 meter op gewone hardloopschoenen. Dat moet toch ook kunnen? Het schot gaat! De klok is ingedrukt! De meiden schieten vooruit. Zij er achteraan. Ze wordt toegejuicht en aangemoedigd. Sneller dan ze het dacht is de 100 meter volbracht. De kop is eraf. Ze heeft het eerste onderdeel er goed afgebracht. Ze is de enige vrouwelijke master die meedoet. Dat is wel een beetje jammer. Maar goed… daar is niets aan te doen.

Wat nu? Verspringen!!! Voorzichtig gaat ze kijken. Hondje op haar hielen. De jonge meiden zijn al aan het inspringen. Moet zij dat ook doen. Voor die meiden lijkt het geen probleem. Iemand legt haar uit vanwaar ze moet springen. Niet met de voeten op de zwarte streep. Dat is fout. Dan geldt de sprong niet. Ze mogen drie sprongen wagen. Zij mag een keer inspringen. Ze vindt dat de streep wel erg ver van de zandbak af ligt. Vanwege haar leeftijd heeft ze een voorsprongetje. Toch wel fijn dat ze pas jarig geweest is. Het levert meteen voordeel op. Met de eerste sprong zet ze haar hakken niet in het zand. Dat moet wel. De tweede sprong wel. De jury laat een rood stokje zien. Wat bedoelen ze daarmee? O, die sprong was fout! Ze raakte de zwarte streep. Nou ja zeg! Mag dat niet op haar leeftijd? Met de volgende sprongen komt ze steeds verder dank zij ‘de beste stuurlui die aan de wal staan.’ Dan mag ze niet meer springen. Ze heeft haar drie sprongen gedaan. Het valt haar niet tegen. Ze krijgt er lol in

Nu is het kogelstoten aan de beurt. Ze ziet kogels liggen in verschillende maten en kleuren. En wederom: zij mag een minder zware kogel stoten dan de jonge meiden. Ze valt vandaag wel in de prijzen met haar leeftijd. Ze gaan zich opwarmen. Met haar eerste poging ploft de kogel voor haar voeten neer. Ze doet het ook helemaal fout. Kogel in de nek. Arm horizontaal. Met de vingertoppen de kogel vasthouden. En dan stoten! Het lukt zowaar! Niet zo ver als die jonge meiden. Maar toch… Ze is niet ontevreden. Bij elke stoot komt ze iets verder. Het is een kwestie van oefenen. Veel te vlug naar haar zin is dit onderdeel afgelopen. Ze mogen gaan hoogspringen. Ja,dahag!!! Daar doet ze niet aan mee. Dat vindt ze eng. Toch gaat ze kijken naar het inspringen. Maakt mooie foto’s van de mannen en de meiden. Dan wordt zij omgeroepen. Ze mag inspringen. Ze twijfelt. Ze wil toch niet? Of toch maar? De lat ligt laag. Zij mag het bepalen. Een aanloopje. En dan schuin over de lat. Oeps! De lat valt. Nog een keer. De lat blijft liggen. Een streepje hoger! Nog hoger! Nog hoger? Nee! Nu niet meer. Ze vindt het best zo. Ze heeft zichzelf overtroffen. Ze blijft nog even kijken.

 

Dan discus werpen. Hier geen leeftijdsdiscriminatie. Allemaal een discus van een kilo. Wat is dat ding groot. Hoe moet ze die hanteren. Er is een meisje dat goed is in kogelstoten en discuswerpen. Dat meisje geeft een snelcursus werpen. Het is niet gemakkelijk. Wanneer er geworpen is zet de jury er een bordje bij. Elke keer wordt dat bordje verplaatst. De verste worp telt.

Nu is het even gedaan. Er is een pauze. Ze neemt er haar gemak van. In de kantine is allerlei lekkers te koop. Daar gaat ze op af. De keuze is snel gemaakt. Even relaxen voor de 3000 meter. Ze vindt het spannend. Nu is het voor haar geen kinderspel meer. Nu wil ze een prestatie neerzetten. Ze moet haar eer hooghouden. Clubgenoten zullen kijken vanaf de zijlijn.

De 3000 meter bestaat uit zeven en een half rondje. Best veel vindt ze. Ze vermoedt dat ze wel achteraan zal sukkelen. Aan een paar mannen vraagt ze welke snelheid ze zullen gaan lopen.. Er is er een bij die haar snelheid loopt. Misschien iets sneller. Dat geeft haar rust. Als ze achter hem kan blijven loopt ze er niet zo verloren achteraan. Dan valt het schot. De meesten lopen snel weg. Zij blijft achter een paar mannen. Hij loopt er ook tussen. Dan vindt ze het een beetje langzaam gaan. Ze loopt ze voorbij. Ze verwacht dat die ‘van haar snelheid’ haar wel voorbij zal lopen. De man is nog geen dertig jaar. Ze let er niet op. Ze loopt haar eigen race. Ze wordt aangemoedigd. Dat is leuk. Dat voelt goed. Er worden foto’s gemaakt. Ook leuk. Ze telt haar ronden. Nog vier te gaan. Nog drie. Ze denkt aan een training waarbij ze de voeten goed moesten afwikkelen. Dat probeert ze te doen. De knieën goed heffen zodat het onderbeen uitzwaait. De benen snel bijhalen. En zo loopt zij geconcentreerd haar rondjes. Haar laatste ronde! Nog een halve! Iedereen moedigt haar aan. De speaker heft de loftrompet! Ze heeft de tijd gelopen die ze wilde lopen. En die jonge man? Hij finisht 56 seconden achter haar. Ze is lang niet de laatste. Op dit onderdeel heeft ze kunnen laten zien dat ze niet voor de poes is.

De prijsuitreiking laat niet lang op zich wachten. Het gaat er snel aan toe. De organisatie heeft alles op een rijtje. De kinderen in allerlei maten en soorten. De senioren en de masters. Zij is de enige masterdame. Voor haar is het goud. Nu nog een warme douche en dan gezellig eten met elkaar.

Voor haar was het een succesvolle dag. Ze heeft iets gedaan wat ze nog nooit gedaan heeft. Iets waar ze zelfs niet over gedroomd had. En toch deed ze het! Zo ziet zij maar weer dat ‘je alles moet proberen in het leven’. Ze zal het goede behouden.

© Iris Bouman-Hoogerdijk – Nieuwolda