Blub zei de vis

Ingezonden door Joop KeizerOp een mooie voorjaarsdag deed ik mijn 15 min oefeningen voordat ik aan de intervallen zou beginnen. Dit deed ik in de beschutting van een nieuw modern gemaaltje vlak bij het mooie dijkdorpje Schardam. In de buurt van mijn toenmalige woonplaats Scharwoude, Dit nieuwe gemaaltje was in de plaats gekomen van een heel oud gemaaltje. Dit vond ik toen het mooiste plekje van Noord-Holland om je oefeningen te doen.

Vooral in het voorjaar. In de nabijheid van dit gemaal stonden namelijk twee geweldig grote oude bomen: een seringenboom en een appelboom. Gebroederlijk stonden ze naast elkaar en in volle bloei. Werkelijk een genot om in hun schaduw losjes je oefeningen te doen voordat ik aan het zware intervalprogramma zou beginnen. In het najaar liep ik na de interval nog een rondje extra uit om nog even het lekkerste appeltje van de wereld te plukken. Echter tot mijn verdriet en ook woede waren deze twee ogenschijnelijke wilde bomen gewoon in één keer foetsie. In een ver verleden misschien behorend bij een boerderij? Gekapt. Ze deden niets en niemand kwaad. Stonden ook niet in de weg, maar op één of ander kantoor had iemand besloten om in verband met het nieuwe gemaaltje met één pennestreek ook maar meteen deze twee prachtige bomen weg te egaliseren.

Ingezonden door Joop Keizer

Toch had ik een beetje uit gewoonte besloten toch nog hier mijn oefeningen te doen .Het nieuwe gemaaltje had een grote grijper die aan een rails hing en waarschijnlijk eens per dag automatisch een greep deed in de brede sloot vlak voor het rooster van het gemaal. Dit om het vrij te maken van het wier en waterplanten die anders het rooster zouden verstoppen.Terwijl ik bezig was viel mijn blik op een mooi visje van een centimeter of 10, die door de inimiddels ingezakte en opgedroogte plantenresten boven was komen te liggen. In het zonlicht lag hij te schitteren. Wat sneu, dacht ik. Het karpertje, want dat bleek het te zijn, dacht een veilige plek te hebben gevonden tussen de waterplanten. Maar juist deze plek was funest voor hem geweest doordat hij door de grijper gelijk met de waterplanten op het land was beland.

Na de oefeningen wou ik net weg gaan toen ik toch besloot het visje even te bekijken. Echt niet omdat ik verwachtte dat hij nog zou leven. Nee, alleen om hem van dichtbij te bekijken, omdat ik karpers hele mooie oervissen vindt. Net voordat ik hem terug wilde leggen en dacht:"Wat is hij nog mooi en fris" zag ik een lichte trilling in zijn staartje. Nee, onmogelijk! Meteen keek ik met nog meer aandacht en ja hoor, weer trilde het staartje. Op mijn knieën ben ik bij de vaart gaan zitten en mijn handen tot een kom gevouwen met het visje op zijn rug liggend erin. Na twee minuten begonnen zijn kieuwen te bewegen en 10 minuten later probeerde hij zich in de goede stand te draaien. Wat uiteindelijk lukte en even later zwom hij behoorlijk stoer uit mijn handen op weg naar de vrijheid. Een tweede kans. Mij alleen achterlatend. Waar op dat moment mijn vrouwelijke hormonen, die elke man schijnt te hebben, begonnen te werken en mij een euforisch gevoel gaven. Alle vijftien 365 meters die ik nog moest doen gingen die dag niet in 60 sec, maar allemaal binnen de 56 seconden.

Ingezonden door Joop Keizer

Toen ik de zaterdag daarna van een heerlijke haring genoot, moest ik onwillekeurig aan mijn karpertje terug denken die ongetwijfeld van zijn vrijheid genoot.

© Joop Keizer – http://www.joopkeizer.com/